Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anticorps anti-D
Incompatibilité Rh
Rh

Vertaling van "des anticorps anti-phase " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Anticorps anti-D [Rh] Incompatibilité Rh (avec anasarque fœto-placentaire)

anti-D [Rh] antilichamen | resusantagonisme (met hydrops foetalis)
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
En cas de réalisation d’un IFAT, les titres d’anticorps anti-phase II seront plus élevés que ceux des anticorps anti-

Bij het uitvoeren van de IFAT zullen de titers van de fase II- antilichamen hoger zijn dan die van de fase I- antilichamen, en dit zowel wat IgM- als IgG-antistoffen betreft. Bij een chronische infectie zijn de titers van de IgGantistoffen tegen fase I van de bacterie sterk gestegen en minstens even hoog als die tegen de fase II- antilichamen.


La détection des anticorps anti-phases I et II permet de faire la distinction entre des infections aiguës et chroniques.

Opsporen van antilichamen tegen fase I en II laat toe het onderscheid te maken tussen acute en chronische infecties.


Lors d’une infection aiguë, il se forme tout d’abord des anticorps anti-phase II de la bactérie.

Bij een acute infectie worden eerst antilichamen gevormd tegen fase II van de bacterie.


Aussi bien l’IFAT que l’ELISA permettent de détecter des anticorps anti-phases I et II. Il est, de ce fait, possible de faire la distinction entre infections aiguës et chroniques.

Zowel met IFAT als met ELISA is het mogelijk antilichamen tegen fase I en II op te sporen. Dit laat toe het onderscheid te maken tussen acute en chronische infecties.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Cette variation antigénique suscite l’apparition d’anticorps qui permettent la différenciation entre infection aiguë (anticorps anti-antigènes de phase II) et chronique (anticorps anti-antigènes de phase I).

Het detecteren van antistoffen tegen beide fasen laat toe een onderscheid te maken tussen acute besmetting (antistoffen tegen antigenen van fase II) en chronische besmetting (antistoffen tegen antigenen van fase I).


Lors d’études de phase III chez des patients présentant un SIC traités par Revestive pendant des durées allant jusqu’à un an, des anticorps anti-teduglutide sont apparus chez 30 % de ces patients et des anticorps anti-protéines d’E .coli (protéines résiduelles des cellules hôtes provenant du processus de fabrication) chez 40 %.

In fase 3-studies bij patiënten met SBS die gedurende maximaal één jaar Revestive kregen, ontwikkelde 30% van de patiënten anti-teduglutide antistoffen en 40% ontwikkelde antistoffen tegen E. coli-eiwit (gastheercelproteïne achtergebleven na de vervaardiging).


v) La production d'anticorps anti-HPA est rarement à l’origine d'un état réfractaire. Les anticorps anti-HPA sont très rarement retrouvés dans le sérum sans présence concomitante d'anticorps anti-HLA, tandis que 6 à 25% des sérums contenant des anticorps anti-HLA peuvent également présenter des anticorps anti-HPA, mais leur rôle dans les états réfractaires reste encore à examiner. w) Il n'a pu être démontré que les transfusions pro ...[+++]

De anti-HPA antistoffen worden zelden in het serum teruggevonden zonder gelijktijdige aanwezigheid van anti-HLA antilichamen, terwijl 6 tot 25% van de sera die anti-HLA antilichamen bevatten, ook anti-HPA antilichamen kunnen vertonen, maar de rol die ze spelen in het veroorzaken van refractairiteit dient verder onderzocht te worden. w) Er kon niet worden aangetoond dat de profylactische toediening van incompatibele


Il peut s’agir soit d’anticorps anti-neutrophiles (anticorps anti-HNA) soit d’anticorps anti-HLA de classe I, qui en se fixant sur les polynucléaires entraînent l’activation du complément, ou d’anticorps anti-HLA de classe II. Ultérieurement cinq mécanismes activateurs des polynucléaires autres que les autoanticorps ont été mis en évidence (Renaudier et al., 2009):

Het kan gaan hetzij over anti-neutrofielen antistoffen (anti-HNA-antistoffen), hetzij over anti-HLA klasse I, die bij fixatie op de polynucleairen complementactivatie veroorzaken, of anti-HLA klasse II antistoffen. Naast de autoantistoffen zijn uiteindelijk vijf activatiemechanismen voor polynucleairen geïdentificeerd (Renaudier et al., 2009):


La délétion du gène gE permet la différentiation entre animaux vaccinés avec un vaccin délété gE (négatifs en anticorps anti gE, positifs en anticorps vironeutralisants IBR) et animaux naturellement infectés (positifs en anticorps vironeutralisants IBR et anti gE).

De gE-gendeletie maakt het mogelijk onderscheid te maken tussen gevaccineerde dieren met gEnegatieve vaccins (anti-gE-antistoffen-negatief, IBR virusneutraliserende antistoffen-positief) en natuurlijk besmette dieren (positief voor zowel IBR virusneutraliserende antistoffen als anti-gEantistoffen) mogelijk.


Immunogénicité Pendant le traitement en administrations répétées dans les études de phase III contrôlées, une positivité transitoire pour les anticorps anti-icatibant a été observée dans de rares cas.

Immunogeniciteit Bij herhaalde behandeling in de gecontroleerde fase III-onderzoeken werd in zeldzame gevallen positiviteit voor anti-icatibant-antistoffen waargenomen.




Anderen hebben gezocht naar : anticorps anti-d     incompatibilité rh     des anticorps anti-phase     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

des anticorps anti-phase ->

Date index: 2024-09-02
w