Traduction de «des neurones dopaminergiques » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Amyotrophie spinale progressive Dégénérescence familiale du neurone moteur Paralysie bulbaire progressive Sclérose latérale:amyotrophique | primitive
familiale ziekte van motorische neuronen | laterale sclerose | amyotrofe | laterale sclerose | primaire | progressieve | bulbairparalyse | progressieve | spinale spieratrofie

Maladies du neurone moteur
ziekte van motorische neuronen

synaptique | relatif à l'aire de jonction entre deux neurones
synaptisch | met betrekking tot onderling contact tussen zenuwcellen

neurotransmetteur/neuromédiateur | substance impliquée dans l'action d'un neurone sur les cellules cibles
neurotransmitter | overbrenger van de zenuwprikkel

neuronal | relatif aux cellules nerveuses
neuronaal | met betrekking tot een zenuwcel

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Il est supposé que le profil neuropharmacologique antipsychotique du sertindole résulte d’une part, de l’activité inhibitrice sélective des neurones dopaminergiques mésolimbiques et d’autre part, d’une activité inhibitrice équilibrée sur les récepteurs centraux dopaminergiques D2 et sérotoninergiques 5HT2, ainsi que sur les récepteurs α1-adrénergiques.
Verondersteld wordt dat het neurofarmacologische profiel van sertindol als antipsychoticum veroorzaakt wordt door het selectief remmende effect op dopaminerge neuronen in het mesolimbische gebied met een gunstige balans tussen de remmende effecten op zowel centrale dopamine D2- en serotonine 5-HT2- receptoren als op α1-adrenerge receptoren.

Les études de pharmacologie animale ont montré que le sertindole inhibe spontanément l’activité des neurones dopaminergiques mésolimbiques de l’aire ventro-tegmentale (VTA). Des doses 100 fois supérieures sont nécessaires pour inhiber l’activité des récepteurs dopaminergiques de la substance nigrostriatale pars compacta (SNC).
In dierexperimentele farmacologische studies is gevonden dat sertindol spontaan actieve dopamineneuronen remt in het mesolimbische ventraal tegmentale gebied (VTA) met een selectiviteitsverhouding van meer dan 100 ten opzichte van het effect op dopamine-receptoren in de substantia nigra pars compacta (SNC).

Après une administration chronique, on observe une sélectivité de la quétiapine envers le système limbique, avec bloc dépolarisant des neurones dopaminergiques mésolimbiques, mais non nigrostriataux.
Quetiapine is selectief voor het limbische systeem door een depolarisatieblokkade van de mesolimbische, maar niet van de nigrostriatale dopaminebevattende neuronen te veroorzaken na chronische toediening.

Il a été démontré par des études électrophysiologiques que l'olanzapine réduit de façon sélective la transmission au niveau des neurones dopaminergiques du système mésolimbique (A10) alors que l'effet observé sur le système striatal (A9) impliqué dans l'activité motrice est limité.
Elektrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren van de mesolimbische (A10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de striatale (A9) banen betrokken bij motorische functies.

Il a été démontré par des études électrophysiologiques que l’olanzapine réduit de façon sélective la transmission au niveau des neurones dopaminergiques du système mésolimbique (A10) alors que l’effet observé sur le système striatal (A9) impliqué dans l’activité motrice est limité.
Electrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren van de mesolimbische (A 10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de striatale (A 9) banen betrokken bij motorische functies.

Des études électrophysiologiques ont démontré que l’olanzapine réduisait de manière sélective la décharge des neurones mésolimbiques dopaminergiques (A10) et qu’elle exerçait peu d’effet sur les voies striatales (A9) impliquées dans la fonction motrice.
Elektrofysiologische studies hebben aangetoond dat olanzapine selectief het afvuren van mesolimbische (A10) dopaminerge neuronen verminderde en weinig effect had op de striatale (A9) banen die een rol spelen bij de motorische functie.

Des études électrophysiologiques ont démontré que l’olanzapine réduisait de manière sélective la décharge des neurones mésolimbiques dopaminergiques (A10), et qu’elle exerçait peu d’effet sur les voies striatales (A9) impliquées dans la fonction motrice.
Elektrofysiologische studies hebben aangetoond dat olanzapine selectief het afvuren van mesolimbische (A10) dopaminerge neuronen verminderde en weinig effect had op de striatale (A9) pathways die een rol spelen in de motorische functie.