Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «des patients avec un faible risque thromboembolique » (Français → Néerlandais) :

Lors d’interventions avec un risque élevé d’hémorragie, chez des patients avec un faible risque thromboembolique, les anticoagulants oraux peuvent être poursuivis mais à moindre dose; chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé, les anticoagulants oraux doivent être arrêtés et remplacés temporairement par l’héparine.

Bij ingrepen met hoog bloedingsrisico worden bij patiënten met gering risico van tromboembolie, de orale anticoagulantia verder gegeven, maar in lagere dosis; bij patiënten met hoog risico van trombo-embolie dienen ze tijdelijk vervangen te worden door heparine.


L'acide acétylsalicylique n'a pas de place en prévention primaire chez les patients avec un faible risque thromboembolique [voir Folia de février 2009].

Acetylsalicylzuur heeft geen plaats voor primaire preventie bij laagrisicopatiënten [zie Folia februari 2009].


Risque de thrombose veineuse profonde en cas de vol prolongé Plusieurs études épidémiologiques et économique ou de consommer des boissons alcoolisées augmentent davantage le méta-analyses ont révélé un risque accru de thrombose veineuse profonde (TVP) risque de TVP. Chez les patients présentant en cas de vol prolongé (> 8 heures ou d’autres facteurs de risque de TVP, le port > 5000 km), en particulier chez les patients présentant d’autres facteurs de genoux est certainement à recommander. de bas de compression adaptés jusqu’aux risque thromboembolique ...[+++]

Risico van diepe veneuze trombose bij langdurige reizen Meerdere epidemiologische studies en metaanalyses tonen een verhoogd risico van diepe DVT is het dragen van elastische steunkousen Bij patiënten met andere risicofactoren van veneuze trombose (DVT) bij langdurige vliegtuigreizen (> 8 uur of > 5000 km), zeker bij Beperkte gegevens suggereren dat profylac- tot aan de knieën zeker aanbevolen. patiënten met andere risicofactoren voor trombo-embolie zoals antecedenten va ...[+++]


- Chez les patients avec un risque thromboembolique faible (c.-à-d. âge < 65 ans sans facteurs de risque thrombo-embolique supplémentaires), le risque d’hémorragie sous

- Bij patiënten met een laag trombo-embolisch risico (d.w.z. leeftijd < 65 jaar zonder bijkomende risicofactoren voor tromboembolie), is het risico van bloedingen met


- prévention primaire des thromboembolies veineuses: 220 mg p.j. en 1 prise - prévention thromboembolique dans la fibrillation auriculaire: 300 mg p.j. en 2 prises; 220 mg p.j. en 2 prises chez les personnes > 80 ans, ou avec un risque hémorragique élevé et un risque thromboembolique faible

- primaire preventie van veneuze trombo-embolische events: 220 mg p.d. in 1 dosis - trombo-embolische preventie bij voorkamerfibrillatie: 300 mg p.d. in 2 doses; 220 mg p.d. in 2 doses bij patiënten > 80 jaar en bij patiënten met hoog bloedingsrisico en laag trombo-embolisch risico


Événements thromboemboliques Il peut y avoir une augmentation du risque d'événements thromboemboliques, en particulier chez les patients immobilisés pendant une longue période, après une intervention chirurgicale majeure et en présence d'autres facteurs de risque thromboembolique.

Trombo-embolie Het risico van trombo-embolische voorvallen kan toenemen, met name bij patiënten die langer geïmmobiliseerd zijn, na een grote ingreep of bij andere trombo-embolische risicofactoren.


- Le risque d’événements thromboemboliques chez les patients atteints de PTI chronique et chez ceux ayant des facteurs de risque connus pour des événements thromboemboliques (par exemple Facteur V de Leiden, déficience d’ATIII, syndrome antiphospholipidique).

- De kans op trombo-embolische gebeurtenissen bij patiënten met chronische ITP en de bekende risicofactoren voor trombo-embolische gebeurtenissen (bijv. factor V Leiden, ATIII-deficiëntie, antifosfolipidensyndroom).


- Le risque d’événements thromboemboliques chez les patients atteints de PTI chronique et chez ceux ayant des facteurs de risque connus pour des évennements thromboemboliques (par exemple Facteur V de Leiden, déficience d’ATIII, syndrôme antiphospholipidique).

- De mogelijkheid op trombo-embolische voorvallen bij patiënten met chronische ITP en patiënten met bekende risicofactoren voor trombo-embolie (bijv. Factor V Leiden, ATIII deficiëntie, antifosfolipidesyndroom).


- Chez les patients avec un risque thromboembolique modéré, le choix entre l’acide acétylsalicylique et les anticoagulants doit se faire en tenant compte d’une part, du bénéfice attendu limité avec l’acide acétylsalicylique, et d’autre part du profil de risque du patient sur base de facteurs tels la polymédication, l’existence d’une comorbidité et l ...[+++]

- Bij patiënten met een matig trombo-embolisch risico dient de keuze tussen acetylsalicylzuur en anticoagulantia te gebeuren rekening houdende met het beperkte verwachte voordeel van acetylsalicylzuur enerzijds, en met het risicoprofiel van de patiënt (polymedicatie, co-morbiditeit, leeftijd) anderzijds.


Les associations estroprogestatives contenant 50 μg d’éthinylestradiol (les contraceptifs dits de première génération) ont un risque plus élevé d’effets indésirables (surtout des effets indésirables cardio-vasculaires et des maladies thromboemboliques veineuses) que les associations estroprogestatives contenant de faibles doses d’estrogènes (< 50 μg d’éthinylestradiol), quel que soit le type de progestatif.

Oestroprogestagene associaties met 50 μg ethinylestradiol (de zogenaamde eerstegeneratie-anticonceptiva) hebben een groter risico van ongewenste effecten (vooral cardiovasculaire ongewenste effecten en veneuze trombo-embolische aandoeningen) dan de oestroprogestagene associaties met lage doses oestrogeen (< 50 μg ethinylestradiol), onafhankelijk van het type progestageen.


w