Les facteurs de risque d’hyperkaliémie sont : insuffisance rénale, diabète et utilisation concomitante de diurétiques d’épargne potassique (tels que la spironolactone, le triamtérène ou l’amiloride), de suppléments potassiques ou de substituts sodés contenant du potassium.
Risicofactoren voor het ontstaan van hyperkaliëmie zijn nierinsufficiëntie, diabetes mellitus en gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica (zoals spironolacton, triamtereen of amiloride), kaliumsupplementen of kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen.