Traitement conservateur / postopératoire après fractures proximales de la tête humérale, de l’omoplate et de la glénoïde et dislocations de l’articulation acromio-claviculaire: en cas de fractures de la tête humérale, de l’omoplate, ou de la cavité glénoïde, et en cas de blessures de l’articulation acromio-claviculaire.
Conservatief/postoperatief na proximale fracturen van de humeruskop, scapula en glenoïdalis en luxatie van het acromioclaviculaire gewricht: Bij een fractuur van de kop van het bovenarmbot, het schouderblad of de kom van het schoudergewricht of bij verwondingen van het schoudergewricht.