Lorsque ZANIDIP est administré simultanément à du métoprolol, un bêtabloquant éliminé essentiellement par le foie, la disponibilité biologique du métoprolol reste inchangée tandis que celle de la lercanidipine diminue de 50 %.
Wanneer ZANIDIP gelijktijdig werd toegediend met metoprolol, een β-blokker die voornamelijk door de lever wordt geëlimineerd, bleef de biologische beschikbaarheid van metoprolol ongewijzigd terwijl deze van lercanidipine met 50 % werd verminderd.