Parallèlement à la diminution de volume par microvésiculation, l’érythrocyte évolue progressivement de sa forme classique de disque biconcave souple vers le stade terminal de sphéroéchinocyte rigide (Berezina et al., 2002), ayant une tendance à l’agrégabilité et à l’adhésion à l’endothélium.
Parallel met een afnemend volume door microvesiculatie, verandert de erytrocyt geleidelijk aan van zijn klassieke soepele biconcave schijfvorm naar een eindstadium van rigide sferocyt (Berezina et al., 2002) met een neiging tot ophoping en vasthechting aan het endotheel.