Les fonctions circulatoires et respiratoires du patient doivent être placées sous surveillance constante (ECG, saturation, par ex) et les installations de maintien des voies respiratoires, de respiration artificielle et de réanimation doivent être immédiatement accessibles à tout moment.
De circulatie en de ademhaling van de patiënt moeten constant worden bewaakt (bv. ecg, saturatie) en de apparatuur voor het vrijhouden van de luchtwegen, voor kunstmatige beademing en reanimatie moet steeds onmiddellijk toegankelijk zijn.