Pour les patients dont la tumeur porte la forme sauvage du gène EGFR et au vu de l’équivalence d’efficacité des traitements, la décision d’administrer un traitement de deuxième intention tiendra compte de la toxicité attendue et résiduelle, des préférences du patient et du coût du médicament pour la collectivité.
Gezien de onduidelijke werkzaamheid voor bewezen wild-type EGFR-dragers, zijn kwesties zoals residuele en verwachte toxiciteit, patiëntvoorkeur en medicatiekosten voor de maatschappij belangrijk bij het besluit om een tweedelijnsbehandeling toe te dienen.