50. Puisqu’il s’agit d’un registre qui permet de décrire l’évolution naturelle de la maladie et que dès lors une date de fin ne peut être proposée, le Comité sectoriel estime que les données peuvent être conservées dans le Registre sous forme codée pendant une période de trente ans après le décès du patient concerné.
50. Aangezien het gaat om een register waarbij de natuurlijke evolutie van de ziekte wordt beschreven en er bijgevolg geen einddatum kan worden voorgesteld, stelt het Sectoraal Comité dat de gegevens in gecodeerde vorm mogen worden bewaard in het register gedurende een periode van dertig jaar na het overlijden van de betrokken patiënt.