On distingue 3 types d’hypersensibilité alimentaire non allergique: lié à un déficit enzymatique comme l’intolérance au lactose secondaire au déficit en enzyme lactase, lié à l’ingestion de certains additifs (sulfites…) et lié à la consommation d’aliments riches en histamine ou histamino-libérateurs (comme les fraises, le chocolat, les tomates...).
Men onderscheidt 3 types niet-allergische voedselovergevoeligheid, het ene verbonden aan een enzymatisch tekort zoals lactoseintolerantie als gevolg van een tekort aan het enzym lactase, het tweede verbonden met de inname van bepaalde additieven (sulfieten…) en het derde met het verbruik van histaminerijke voedingsmiddelen of voedingsmiddelen die histamine vrijgeven (zoals aardbeien, chocolade, tomaten...).