Vertaling van "dégénérescence graisseuse du foie " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Dégénérescence graisseuse du foie
vettige leverdegeneratie

Cirrhose alcoolique graisseuse du foie
alcoholische vetlever

Dégénérescence du cœur ou du myocarde:graisseuse | sénile | Maladie du myocarde
degeneratie van hart of myocard | seniel | degeneratie van hart of myocard | vettig | myocardziekte

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Cirrhose (maladie chronique du foie), formation de tissu cicatriciel dans le foie, dégénérescence graisseuse du foie, diminution du taux sérique d’albumine
Levercirrose (chronische leverbeschadiging), vorming van littekenweefsel in de lever, vetafbraak van de lever, daling in serumalbumine

Peu fréquents: Sensation de tournis, confusion, dépression, crises d'épilepsie (convulsions), lésion pulmonaire, ulcères et saignement dans le tractus digestif, troubles hépatiques (qui peuvent être détectés par un test réalisé par un médecin) tels que dégénérescence graisseuse, fibrose (augmentation du tissu conjonctif), cirrhose (transformation du tissu avec durcissement et perte de la structure normale du foie), lésion des poumons telle qu'inflammation et fibrose (augmentation du tissu conjonctif), diabète, diminution des protéines sanguines (qui peut être détectée par un test réalisé par un médecin) et autres troubles du système sanguin, une certaine maladie des ganglions lymphatiques (appelée lymphome)*, éruption urticarienne (isolée), sensibilité à la lumière, peau brune, desquamation sévère de la peau ou formation de vésicules sur la peau, perte de cheveux, augmentation des nodules rhumatismaux (boules de tissus), zona, lésions douloureuses ou plaques écailleuses provoquées par un psoriasis, inflammation des vaisseaux sanguins (vasculite), formation de groupes de vésicules qui ressemblent aux lésions cutanées que l'on observe en cas d'infection par le virus de l'herpès, douleur articulaire ou musculaire, os friables, inflammation et ulcères dans la vessie (éventuellement avec du sang dans l'urine), miction douloureuse, réactions allergiques sévères, inflammation et ulcères du vagin.
Soms: Draaierig gevoel, verwardheid, depressie, stuipen (convulsies), beschadiging van de longen, zweren en bloeding in het spijsverteringskanaal, leverstoornissen (kunnen worden gedetecteerd met een onderzoek dat door een arts wordt uitgevoerd) zoals vettige degeneratie, fibrose (toename van bindweefsel), cirrose (omzetting van het weefsel met verharding en verdwijnen van de normale structuur van de lever), beschadiging van de longen zoals ontsteking en fibrose (toename van bindweefsel), diabetes, daling van het eiwitgehalte in het bloed (kan worden gedetecteerd met een onderzoek dat door een arts wordt uitgevoerd) en andere stoornissen van het bloedsysteem, bepaalde ziekte van de lymfeklieren (lymfoom genaamd)*, netelroos (alleen), overgevoeligheid voor licht, bruine huid, ernstige vervelling of blaarvorming van de huid, haaruitval, toename van reumatische noduli (weefselknobbels), gordelroos, pijnlijke letsels van schilferige vlekken veroorzaakt door psoriasis, ontsteking van bloedvaten (vasculitis), vorming van groepjes blaasjes die lijken op de huidletsels van een herpesvirusinfectie, gewrichts- of spierpijn, broze beenderen, ontsteking en zweren van de blaas (mogelijk met bloed in de urine), pijn bij het wateren, ernstige allergische reacties, ontsteking en zweren van de vagina

Ces modifications étaient caractérisées par une hypertrophie hépatique et une dégénérescence graisseuse.
Deze worden gekarakteriseerd door hypertrofie van de lever en vettige degeneratie.

Augmentation réversible des concentrations de transaminases, inflammation du foie (hépatite), interruption de la sécrétion biliaire à cause d’une obstruction dans le foie (choléstase intrahépatique), calculs biliaires, gonflement hépatique bénin (adénome), tumeur hépatique bénigne (hyperplasie nodulaire focale). Taches pigmentaires au visage (chloasma), démangeaisons, perte de cheveux, inflammation des cellules graisseuses sous la peau (érythème noueux), éruption inflammatoire, autolimitante, aiguë (érythème polymorphe).
Omkeerbare verhoging van transaminaseconcentraties, ontsteking van de lever (hepatitis), onderbroken galsecretie door belemmering in de lever (intrahepatische cholestase), galstenen, goedaardige leverzwelling (adenoom),

L'ascite est une complication très fréquente chez les patients atteints d'une forme avancée de cirrhose du foie (dégénérescence des cellules du foie due à des maladies infectieuses ou à un abus d'alcool).
Patiënten die lijden aan een vergevorderde vorm van levercirrose (verschrompeling van de lever door infectieziekten of alcoholmisbruik), kunnen veel last van ascites ondervinden.

augmentation des enzymes du foie, hépatites, arrêt de l’écoulement de la bile, destruction du foie, dégénérescence du canal biliaire,
stijging van de leverenzymen, hepatitis, stilvallen van de afvloei van gal, vernietiging van de lever, degeneratie van de galweg,

Durant une période de 13 semaines au cours de laquelle des rats et des chiens ont reçu des doses intraveineuses uniques de 0,4 mg/kg et de 0,3 mg/kg pendant 3 jours consécutifs, les organes cibles ont été : le système hémato-lymphopoïétique (diminution des leucocytes, des érythrocytes et paramètres apparentés, ainsi que des plaquettes ; atrophie et involution de la rate et du thymus), le tractus gastro-intestinal (inflammation de l’intestin et / ou érosions), le foie (nécrose, stéatose), le rein (dégénérescence tubulaire ou atrophie), les testicules (inhibition de la spermatogenèse).
Tijdens een periode van 13 weken kregen ratten en honden eenmalige intraveneuze doses van 0,4 mg/kg en 0,3 mg/kg 3 dagen na elkaar; de doelorganen waren: het hemolymfopoëtische systeem (daling van de leukocyten, erytrocyten en daarmee samenhangende parameters en plaatjes; atrofie en involutie van de milt en de thymus), het maag-darmkanaal (ontsteking van de darmen en/of erosies), de lever (necrose, steatose), de nieren (degeneratie of atrofie van de tubuli) en de teelballen (remming van de spermatogenese).

Les effets d’une administration chronique observés chez au moins une espèce animale ou lors d’une étude chez l’animal ont été notamment cornéens (atrophie, ulcération), cutanés (dégénérescence folliculaires et inflammation, rougeur et alopécie), ovariens (atrophie), hépatiques (nécrose du foie), rénaux (nécrose papillaire et dilatation tubulaire) et du tractus gastro-intestinal (retard de la vidange gastrique et diarrhée).
Chronische doseringseffecten in ten minste één diersoort of studie omvatten effecten op de cornea (atrofie, ulceratie), huid (folliculaire degeneratie en ontsteking, roodheid en alopecia), eierstok (atropie), lever (levernecrose), nier (renale papillaire necrose en tubulaire dilatatie) en gastrointestinaal kanaal (vertraagde lediging van de maag en diarree).