Traduction de «désordres auto-immuns » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

thyroïdite auto-immune auto-limitante avec hyperthyroïdie transitoire et/ou hypothyroïdie
self-limiting auto-immune thyreoïditis met transiënte hyperthyreoïdie en/of hypothyreoïdie

anémie hémolytique auto-immune froide
koude auto-immuun-hemolytische anemie

maladie auto-immune
auto-immuunziekte

anémie hémolytique auto-immune chaude
warme auto-immuun-hemolytische anemie

anémie hémolytique auto-immune
AIHA - auto-immune hemolytische anemie

trouble auto-immun de l'oreille interne
auto-immune aandoening van binnenoor

trouble neuropsychiatrique auto-immun pédiatrique avec infection streptococcique
pediatrische auto-immune neuropsychiatrische aandoening geassocieerd met streptokokkeninfectie

pancréatite auto-immune type 1
AIP (auto-immune pancreatitis) type 1

hypothyroïdie auto-immune
auto-immune hypothyreoïdie

inflammation auto-immune des muscles squelettiques
auto-immune inflammatie van gestreepte spieren

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Auto-anticorps et désordres auto-immuns Le développement d’auto-anticorps et de désordres auto-immuns a été rapporté pendant le traitement avec les interférons alpha.
Auto-antilichamen en auto-immuunziekten De ontwikkeling van auto-antilichamen en auto-immuunziekten werd gemeld tijdens behandeling met alfa-interferonen.

Maladie auto-immune : Le développement d’auto-anticorps et de désordres auto-immuns a été rapporté pendant le traitement avec les interférons alpha.
Auto-immuunziekten: De ontwikkeling van auto-antilichamen en auto-immuunziekten werd gemeld tijdens de behandeling met alfa-interferonen.

Une grande variété de désordres auto-immuns et d’origine immunologique a été rapportée avec les interférons alpha comprenant troubles de la thyroïde, lupus érythémateux systémique, arthrite rhumatoïde (nouvelle ou aggravée), purpura thrombopénique idiopathique et purpura thrombocytopénique thrombotique, vascularite, neuropathies y compris mononeuropathies et syndrome de Vogt-Koyanagi-Harada (voir aussi rubrique 4.4).
Tijdens de behandeling met alfa-interferonen werd een grote verscheidenheid aan auto-immuunziekten en immuungemedieerde stoornissen gemeld, waaronder schildklierstoornissen, systemische lupus erythematosus, reumatoïde artritis (nieuw of verergerd), idiopathische en trombotische trombocytopenische purpura, vasculitis, neuropathieën met inbegrip van mononeuropathieën en het syndroom van Vogt-Koyanagi-Harada (zie ook rubriek 4.4).

Les patients présentant des signes ou symptômes évocateurs d’un désordre auto-immun doivent être évalués avec attention et le rapport bénéfice-risque de poursuivre le traitement par interféron doit être reconsidéré (voir aussi rubrique 4.4 Atteintes thyroïdiennes et rubrique 4.8).
Patiënten met tekenen of symptomen die geassocieerd worden met auto-immuunziekten moeten nauwlettend worden geëvalueerd, en de voordeel-risicoverhouding voor het voortzetten van de behandeling met interferon moet opnieuw worden beoordeeld (zie ook rubriek 4.4 Schildklierafwijkingen en rubriek 4.8).

Une grande variété de désordres auto-immuns et d’origine immunologique ont été rapportés avec les interférons alpha comprenant troubles de la thyroïde, lupus érythémateux disséminé, polyarthrite rhumatoïde (nouvelle ou aggravée), purpura thrombopénique idiopathique et purpura thrombocytopénique thrombotique, vascularite, neuropathies y compris mononeuropathies (voir aussi rubrique 4.4).
Tijdens de behandeling met alfa-interferonen werd een grote verscheidenheid aan auto-immuunziekten en immuungemedieerde stoornissen gemeld, waaronder schildklierstoornissen, systemische lupus erythematosus, reumatoïde artritis (nieuw of verergerd), idiopathische en trombotische trombocytopenische purpura, vasculitis, neuropathieën met inbegrip van mononeuropathieën (zie ook rubriek 4.4).

Les patients présentant des signes ou symptômes évocateurs d’un désordre auto-immun doivent être évalués avec attention et le rapport bénéfice-risque de poursuivre le traitement par interféron doit être reconsidéré (voir aussi rubrique 4.4 Hépatite C chronique, Monothérapie (d’anomalies thyroïdiennes) et rubrique 4.8).
Patiënten met tekenen of symptomen die geassocieerd worden met autoimmuunziekten moeten nauwlettend worden geëvalueerd, en de voordeel-risicoverhouding voor het voortzetten van de behandeling met interferon moet opnieuw worden beoordeeld (zie ook rubriek 4.4 Chronische hepatitis C, monotherapie (schildklierafwijkingen) en rubriek 4.8).

Le risque peut être augmenté chez les patients prédisposés au développement de désordres auto-immuns.
Patiënten met aanleg voor het ontwikkelen van auto-immuunziekten kunnen een verhoogd risico lopen.