Traduction de «développement d’un cancer du sein invasif controlatéral » (Français → Néerlandais) :

Le critère d’évaluation primaire de l’étude était la survie sans maladie (SSM), qui était définie comme étant le délai entre la randomisation et la survenue du premier événement de récidive locorégionale ou à distance (métastases) de la tumeur primitive, le développement d’un cancer du sein invasif controlatéral, l’apparition d’une seconde tumeur primitive (non mammaire) ou le décès de toute cause sans incident préalable lié au cancer.
Het primaire eindpunt van de studie was ziektevrije overleving (DFS), gedefinieerd als de tijd vanaf randomisatie tot het eerste optreden van een locoregionaal recidief of recidief op afstand (metastasen) van de primaire ziekte, ontwikkeling van invasieve contralaterale borstkanker, optreden van een tweede primaire tumor elders dan de borst of overlijden door andere oorzaken.

Le létrozole réduisait également de manière significative les chances d’un nouveau cancer du sein invasif controlatéral, de 41 % par rapport au placebo (odds ratio, rapport des chances : 0,59 ; IC à 95 % : 0,36- 0,96 ; P=0,03).
Letrozol verminderde ook aanzienlijk de odds ratio van een nieuwe invasieve contralaterale kanker met 41% in vergelijking met placebo (odds ratio 0,59; 95% BI 0,36; 0,96; P=0,03).

Dans l'analyse finale, comme le montre le tableau 6, il y a eu une réduction à la limite de la significativité statistique du risque de développement d'un cancer du sein controlatéral invasif avec Femara comparativement au placebo, bien que 60 % des patientes du groupe placebo soient passées à Femara.
In de finale analyse, zoals voorgesteld in Tabel 6, was er een grensgeval statistisch significante vermindering van de odds van een invasieve collaterale borstkanker met Femara in vergelijking met placebo, ondanks het feit dat 60% van de patiënten in de placebo-arm overgeschakeld was naar Femara.

Au cours des 4 années de l’essai de traitement de l’ostéoporose (n=7705 patientes), le traitement par Evista comparé au placebo a réduit le risque de cancer du sein, tous types confondus, de 62 % (RR = 0,38 ; IC : 0,21-0,69), le risque de cancer du sein invasif de 71 % (RR = 0,29 ; IC : 0,13-0,58) et le risque de cancer du sein invasif à récepteurs œstrogéniques positifs (RE+) de 79% (RR = 0,21 ; IC : 0,07-0,50).
Gedurende 4 jaar osteoporose behandelingsonderzoek (waarbij 7705 patiënten waren betrokken), reduceerde behandeling met Evista vergeleken met placebo het risico op mammacarcinoom met 62 % (RR 0,38; CI 0,21,0,69), het risico op infiltrerend mammacarcinoom met 71 % (RR 0,29, CI 0,13, 0,58) en het risico van infiltrerend oestrogeenreceptorpositieve (ER) mammacarcinoom met 79 % (RR 0,21, CI 0,07, 0,50).

Au cours des 4 années de l’essai de traitement de l’ostéoporose (n = 7705 patientes), le traitement par raloxifène comparé au placebo a réduit le risque de cancer du sein, tous types confondus, de 62 % (RR 0,38 ; IC 0,21, 0,69), le risque de cancer du sein invasif de 71 % (RR 0,29 ; IC 0,13, 0,58) et le risque de cancer du sein invasif à récepteurs estrogéniques positifs (RE+) de 79 % (RR 0,21 ; IC 0,07 , 0,50).
Gedurende 4 jaar osteoporose behandelingsonderzoek (waarbij 7705 patiënten waren betrokken), reduceerde behandeling met raloxifeen vergeleken met placebo het risico op mammacarcinoom met 62 % (RR 0,38; CI 0,21,0,69), het risico op infiltrerend mammacarcinoom met 71 % (RR 0,29, CI 0,13, 0,58) en het risico van infiltrerend oestrogeenreceptorpositieve (ER) mammacarcinoom met 79 % (RR 0,21, CI 0,07, 0,50).

cancer du sein invasif observé cancer du sein invasif (poisson) CCIS
invasieve borstkanker (geobserveerd) invasieve borstkanker (poisson) DCIS

L’exémestane a également réduit de façon significative le risque de développement d’un cancer du sein controlatéral (rapport de risque 0,57, p=0,04158).
Exemestaan verlaagde ook significant het risico op heterolaterale borstkanker (hazard ratio 0,57, p=0,04158).

La présente mise à jour de 2013 (troisième édition) met l’accent sur quatre approches thérapeutiques : la chirurgie axillaire chez les femmes qui ont des ganglions sentinelles positifs, l’utilisation du bevacizumab chez les femmes qui ont un cancer du sein métastatique, l’utilisation du trastuzumab chez les femmes qui ont un cancer du sein invasif HER2 positif et l’utilisation des bisphosphonates en traitement adjuvant.
Deze 2013 update (derde editie) spitst zich toe op vier therapeutische benaderingen: okselchirurgie bij vrouwen met positieve schildwachtklieren, het gebruik van bevacizumab bij vrouwen met gemetastaseerde borstkanker, het gebruik van trastuzumab bij vrouwen met HER2-positieve invasieve borstkanker, en het gebruik van bisfosfonaten als onderdeel van de adjuvante behandeling.

Traitement adjuvant du cancer du sein invasif débutant à récepteurs hormonaux positifs chez les patientes traitées par le tamoxifène à titre adjuvant Dans une étude en phase III (Austrian Breast and Colorectal Cancer Study Group [ABCSG] 8) réalisée chez 2579 femmes ménopausées atteintes d’un cancer du sein hormono-dépendant débutant, traitées par chirurgie avec ou sans radiothérapie et sans chimiothérapie (voir ci-dessous), le passage à l’anastrozole après 2 années de traitement adjuvant par le tamoxifène a été statistiquement supérieur en ce qui concerne la survie sans récidive par rapport au maintien sous tamoxifène, après un suivi médian de 24 mois.
Adjuvante behandeling voor vroege invasieve borstkanker bij hormoonreceptorpositieve patiënten die een adjuvante behandeling met tamoxifen kregen In een experiment in fase III ((Austrian Breast and Colorectal Cancer Study Group [ABCSG] 8) bij 2579 postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptorpositieve vroege borstkanker die geopereerd waren met of zonder radiotherapie en zonder chemotherapie (zie hieronder), was anastrozole bij overstap na 2 jaar adjuvante behandeling met tamoxifen statistisch beter voor de ziektevrije overleving vergeleken met verdere behandeling met tamoxifen, na een mediane opvolging van 24 maanden.

L’utilisation systématique de l’IRM mammaire n’est pas recommandée dans le cadre de l’évaluation préopératoire des patientes 1C dont la biopsie a prouvé qu’elles étaient atteintes d’un cancer du sein invasif ou d’un CCIS, sauf dans les situations suivantes :
Een systematische NMR van de borst is niet aangewezen bij de preoperatieve beoordeling van patiënten met door biopsie 1C bewezen invasieve borstkanker of DCIS, behalve in de volgende situaties: