L’échelle de l’OMS prescrit l’utilisation d’analgésiques non-opiacés (paracétamol/AINS) pour les douleurs légères à modérées liées au cancer (Palier I). En cas de persistance de la douleur, l’utilisation d’analgésiques opiacés faibles peut être considérée, éventuellement en combinaison avec des analgésiques non opiacés (Palier II).
De WGO-ladder schrijft het gebruik voor van niet-opioïde analgetica (paracetamol/ NSAID (niet-steroidaal anti-inflammatoir middel)) bij milde of matige kankerpijn (Stap I); bij aanhoudende pijn, wordt het gebruik van zwak werkende opioïde analgetica aanbevolen, al dan niet gecombineerd met niet-opioïde analgetica (Stap II).