Traduction de «d’autres agents hypoglycémiants » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Autres hypoglycémies
overige gespecificeerde vormen van hypoglykemie

Autres hypoglycémies néonatales
overige neonatale-hypoglykemie

lésions infligées par la police ou autres agents de la force publique, incluant les forces armées actives, lors de l'arrestation ou de la tentative d'arrestation de hors-la-loi, de la répression de troubles de l'ordre, du maintien de l'ordre ou d'autre action légale.
interventies zoals door politie of andere wetshandhavers, waaronder dienstdoende militairen, zoals (poging tot) aanhouding van wetsovertreders, onderdrukking van opstootjes, ordehandhaving en ander wettelijk optreden

Autres agents bactériens précisés, cause de maladies classées dans d'autres chapitres
overige gespecificeerde bacteriële-agentia als oorzaak van ziekten geclassificeerd in andere hoofdstukken

Autres agents bactériens, cause de maladies classées dans d'autres chapitres
overige gespecificeerde bacteriële agentia als oorzaak van ziekten geclassificeerd in andere hoofdstukken

Myopathie due à d'autres agents toxiques
myopathie door overige toxische agentia

Aplasie médullaire due à d'autres agents externes
aplastische anemie door overige uitwendige agentia

Polynévrite due à d'autres agents toxiques
polyneuropathie door overige toxische-agentia

Syndrome parkinsonien secondaire dû à d'autres agents externes
secundair parkinsonisme door overige uitwendige-agentia

Autres affections respiratoires aiguës et subaiguës dues à des agents chimiques, des émanations, des fumées et des gaz
overige acute en subacute respiratoire aandoeningen door chemische stoffen, gassen, rook en dampen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Troubles du métabolisme et de la nutrition Fréquent : Hypoglycémie Fréquence indéterminée : Coma hypoglycémique et perte de connaissance hypoglycémique. Comme c’est le cas avec d’autres agents hypoglycémiants, on a observé des réactions hypoglycémiques après l’administration de répaglinide.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen Vaak: Hypoglykemie Niet bekend: Hypoglykemische coma en hypoglykemisch bewustzijnsverlies Zoals met andere hypoglykemiërende middelen werden hypoglykemische reacties waargenomen na toediening van repaglinide.

Sur base de l’expérience acquise avec le répaglinide et avec d’autres agents hypoglycémiants, on a observé les effets indésirables suivants. Les fréquences de ces effets sont définies de la manière suivante : Fréquent (≥ 1/100, < 1/10) ; peu fréquent (≥ 1/1.000, < 1/100) ; rare (≥ 1/10.000, < 1/1.000) ; très rare (< 1/10.000) ; fréquence indéterminée (ne peut être estimée sur la base des données disponibles).
Op basis van de ervaring met repaglinide en met andere hypoglykemiërende producten werden de volgende bijwerkingen waargenomen: De frequenties zijn als volgt gedefinieerd: Vaak (≥1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden ( < 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).

Bactrim comme les autres médicaments contenant des sulfamidés potentialise l’effet des agents hypoglycémiants oraux.
Zoals andere geneesmiddelen die sulfamiden bevatten, potentieert Bactrim het effect van orale antidiabetica.

Toutefois, dans trois études d’interaction effectuées en bonne et due forme et portant respectivement sur le diazépam, le tolbutamide et la warfarine, la sertraline n'a exercé aucun effet significatif sur la liaison du substrat aux protéines (voir également « Agents hypoglycémiants » et « Autres interactions »).
In drie officiële interactieonderzoeken met diazepam, tolbutamide en warfarine vertoonde sertraline echter geen significante effecten op de binding van het substraat aan eiwitten (zie ook “Hypoglykemiërende producten en andere interacties”).

INHIB. DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 1,2% 1.737 20,7% 87 0,1% 94 20 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,1% 1.669 2,7% 3.901 3,9% 6 21 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,1% 1.653 2,5% 2.811 2,8% 10 22 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 1,0% 1.461 22,5% 1.439 1,4% 17 23 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,0% 1.442 3,2% 661 0,7% 34 24 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 1,0% 1.388 2,2% 748 0,7% 30 25 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,9% 1.270 1,1% 1.346 1,3% 19 26 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 0,8% 1.220 2,1% 3.026 3,0% 9 27 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,8% 1.205 3,5% 125 0,1% 83 28 M05BA BIPHOSPHONATES 0,8% 1.188 2,6% 670 0,7% 32 29 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,7% 1.004 5,0% 2.534 2,5% 11 30 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,7% 989 4,6% 223 0,2% 72 31 L01BC ANALOGUES DES PYRIMIDINES 0,7% 954 48,5% 48 0,0% 119 32 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,6% 854 2,1% 1.945 1,9% 15 33 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 0,6% 831 4,5% 1.983 2,0% 14 34 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,6% 802 2,4% 216 0,2% 73 35 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,5% 762 2,3% 818 0,8% 25 36 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 0,5% 758 8,7% 644 0,6% 36 37 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,5% 731 62,3% 9 0,0% 176 38 J05AX AUTRES ANTIVIRAUX 0,5% 708 63,6% 12 0,0% 167 39 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 0,5% 706 41,4% 2 0,0% 220 40 L02BA ANTI-ESTROGENES 0,5% 695 11,7% 988 1,0% 22 41 A10BA BIGUANIDES 0,4% 640 7,0% 3.648 3,6% 8 42 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,4% 586 2,0% 121 0,1% 85 43 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 586 2,1% 406 0,4% 44 44 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,4% 584 8,3% 5.943 5,9% 3 45 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,4% 562 2,8% 342 0,3% 55 46 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,4% 556 0,8% 459 0,5% 42 47 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS ORAUX 0,4% 543 7,8% 831 0,8% 24 48 N02AX AUTRES OPIACES 0,4% 538 1,3% 344 0,3% 53 49 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,3% 481 2,1% ...
VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE 1,2% 1.737 20,7% 87 0,1% 94 20 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,1% 1.669 2,7% 3.901 3,9% 6 21 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 1,1% 1.653 2,5% 2.811 2,8% 10 22 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 1,0% 1.461 22,5% 1.439 1,4% 17 23 B01AB HEPARINEGROEP 1,0% 1.442 3,2% 661 0,7% 34 24 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,0% 1.388 2,2% 748 0,7% 30 25 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 0,9% 1.270 1,1% 1.346 1,3% 19 26 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 0,8% 1.220 2,1% 3.026 3,0% 9 27 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,8% 1.205 3,5% 125 0,1% 83 28 M05BA BISFOSFONATEN 0,8% 1.188 2,6% 670 0,7% 32 29 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 1.004 5,0% 2.534 2,5% 11 30 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,7% 989 4,6% 223 0,2% 72 31 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 0,7% 954 48,5% 48 0,0% 119 32 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,6% 854 2,1% 1.945 1,9% 15 33 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,6% 831 4,5% 1.983 2,0% 14 34 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,6% 802 2,4% 216 0,2% 73 35 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,5% 762 2,3% 818 0,8% 25 36 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,5% 758 8,7% 644 0,6% 36 37 L03AA COLONY STIMULATING FACTORS (BLOEDGROEIFACTOREN) 0,5% 731 62,3% 9 0,0% 176 38 J05AX OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN 0,5% 708 63,6% 12 0,0% 167 39 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 0,5% 706 41,4% 2 0,0% 220 40 L02BA ANTI-OESTROGENEN 0,5% 695 11,7% 988 1,0% 22 41 A10BA BIGUANIDEN 0,4% 640 7,0% 3.648 3,6% 8 42 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 0,4% 586 2,0% 121 0,1% 85 43 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 586 2,1% 406 0,4% 44 44 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,4% 584 8,3% 5.943 5,9% 3 45 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,4% 562 2,8% 342 0,3% 55 46 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,4% 556 0,8% 459 0,5% 42 47 A10BX OVERIGE ORALE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN 0,4% 543 7,8% 831 0,8% 24 48 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,4% 538 1,3% 344 0,3% 53 49 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,3% 481 2,1% 766 0,8% 28 50 N03AX OVERIGE ANTI ...

On ne peut donc exclure l’existence d’interactions avec d’autres médicaments s’éliminant par sécrétion tubulaire (par ex. digitaliques, insuline, sulfamides hypoglycémiants, dérivés nitrés, agents anti-rhumatismaux, agents hypolipidémiants, allopurinol, colchicine, probénécide, agents anti-ulcéreux, extraits thyroïdiens).
Interacties met andere geneesmiddelen die via tubulussecretie worden geëlimineerd (zoals digitalis, insuline, sulfonylurea, nitraatderivaten voor de behandeling van reuma, vetverlagende geneesmiddelen, allopurinol, colchicine, probenecid, geneesmiddelen voor de behandeling van ulcera, thyroidextracten) kunnen niet worden uitgesloten.

39 A10BA BIGUANIDES 0,4% 612 7,0% 3.372 3,5% 8 40 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,4% 571 8,3% 5.706 5,9% 3 41 N02AX AUTRES OPIACES 0,4% 570 1,3% 341 0,4% 59 42 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,4% 565 3,0% 348 0,4% 57 43 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,4% 539 0,9% 449 0,5% 46 44 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 0,4% 516 42,6% 1 0,0% 231 45 A03FA PROCINETIQUES 0,4% 514 36,8% 360 0,4% 56 46 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,4% 508 1,6% 102 0,1% 90 47 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS ORAUX 0,4% 494 7,8% 751 0,8% 28 48 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 489 2,6% 382 0,4% 51 49 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,3% 464 1,8% 479 0,5% 41 50 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,3% 461 2,4% 685 0,7% 30 51 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,3% 422 2,2% 116 0,1% 85 52 C10AB FIBRATES 0,3% 419 2,9% 1.337 1,4% 19 53 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,3% 397 2,7% 538 0,6% 39 54 J05AX AUTRES ANTIVIRAUX 0,3% 388 68,8% 6 0,0% 190 55 L04AX IMMUNOSUPPRESSEURS DIVERS 0,3% 384 14,4% 417 0,4% 47 TOTAL 90,2% 123.516 - 75.790 78,3% -
39 A10BA BIGUANIDEN 0,4% 612 7,0% 3.372 3,5% 8 40 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,4% 571 8,3% 5.706 5,9% 3 41 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,4% 570 1,3% 341 0,4% 59 42 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,4% 565 3,0% 348 0,4% 57 43 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,4% 539 0,9% 449 0,5% 46 44 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 0,4% 516 42,6% 1 0,0% 231 45 A03FA PROPULSIVA 0,4% 514 36,8% 360 0,4% 56 46 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 0,4% 508 1,6% 102 0,1% 90 47 A10BX OVERIGE ORALE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN 0,4% 494 7,8% 751 0,8% 28 48 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 489 2,6% 382 0,4% 51 49 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,3% 464 1,8% 479 0,5% 41 50 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,3% 461 2,4% 685 0,7% 30 51 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 0,3% 422 2,2% 116 0,1% 85 52 C10AB FIBRATEN 0,3% 419 2,9% 1.337 1,4% 19 53 C09BA ACE-REMMERS MET DIURETICA 0,3% 397 2,7% 538 0,6% 39 54 J05AX OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN 0,3% 388 68,8% 6 0,0% 190 55 L04AX OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,3% 384 14,4% 417 0,4% 47 TOTAAL 90,2% 123.516 - 75.790 78,3% -

DE L'ENZYME DE CONV. DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 2,1% 66 0,1% 162 3,4% 6 13 V04CJ TESTS POUR LA FONCTION THYROIDIENNE 1,9% 62 67,5% 9 0,2% 52 14 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,7% 56 0,1% 4 0,1% 84 15 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 1,7% 55 0,0% 51 1,1% 17 16 L01XX AUTRES CYTOSTATIQUES 1,7% 53 0,5% 3 0,1% 91 17 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,6% 50 0,1% 69 1,5% 13 18 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,5% 49 0,1% 5 0,1% 80 19 M05BA BIPHOSPHONATES 1,5% 48 0,1% 33 0,7% 21 20 L03AB INTERFERONS 1,5% 47 0,1% 3 0,1% 93 21 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 1,4% 44 3,9% 0 0,0% 203 22 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,4% 44 0,2% 0 0,0% 218 23 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,3% 42 0,1% 106 2,3% 10 24 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,2% 38 0,1% 7 0,2% 68 25 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,0% 33 0,1% 51 1,1% 16 26 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 1,0% 32 2,6% 5 0,1% 76 27 L02BB ANTI-ANDROGENES 0,8% 27 0,2% 6 0,1% 74 28 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 0,8% 26 0,4% 2 0,0% 111 29 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 0,8% 25 0,1% 62 1,3% 15 30 B01AB HEPARINE 0,7% 23 0,1% 10 0,2% 49 31 C10AB FIBRATES 0,7% 23 0,1% 68 1,4% 14 32 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,6% 21 0,0% 12 0,2% 45 33 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,6% 20 0,1% 107 2,3% 9 34 J05AG INHIBITEURS NON-NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,6% 20 0,5% 3 0,1% 99 35 A10BA BIGUANIDES 0,6% 20 0,2% 103 2,2% 11 36 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,6% 20 0,0% 15 0,3% 37 37 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,6% 19 0,1% 6 0,1% 72 38 N02AX AUTRES OPIACES 0,6% 19 0,0% 11 0,2% 48 39 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS ORAUX 0,6% 18 0,3% 27 0,6% 27 40 J05AB NUCLEOSIDES ET NUCLEOTIDES, EXCL.
LUCHTWEGAAND. 0,5% 16 0,0% 14 0,3% 39 43 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,5% 16 0,0% 4 0,1% 82 44 C09DA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II MET DIURETICA 0,5% 14 0,1% 15 0,3% 38 45 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,4% 14 0,0% 21 0,4% 29 46 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,4% 13 0,0% 30 0,6% 25 47 G03CA NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN, ENKELVOUDIG 0,4% 12 0,2% 79 1,7% 12 48 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,4% 12 0,1% 18 0,4% 33 49 H03BB ZWAVELHOUDENDE IMIDAZOLDERIVATEN 0,4% 12 3,5% 192 4,1% 3 50 A03FA PROPULSIVA 0,4% 11 0,9% 8 0,2% 59 51 A11CC VITAMINE D EN ANALOGE VERBINDINGEN 0,4% 11 1,4% 13 0,3% 41 52 L02AB PROGESTAGENEN 0,3% 11 1,1% 4 0,1% 83 53 C09BA INHIB.

Le répaglinide peut comme les autres agents insulinosécrétagogues induire une hypoglycémie.
Repaglinide kan, net als andere insulinesecretagogen, hypoglykemie veroorzaken.

Agents antidiabétiques Après l’administration de clarithromycine en concomitance avec de l’insuline et d’autres antidiabétiques, des d’hypoglycémie ont été observés (voir rubrique 4.4).
Antidiabetica Na concomitante toediening van claritromycine met insuline of andere antidiabetica is hypoglykemie waargenomen (zie rubriek 4.4).