Traduction de «d’autres agents inhibiteurs » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

exposition à un agent inhibiteur de l'enzyme de conversion de l'angiotensine
blootstelling aan remmingsmiddel angiotensine-omzettend enzym

Inhibiteurs de l'anhydrase carbonique, benzothiadiazides et autres diurétiques
koolzuuranhydraseremmers, benzothiadiaziden en overige diuretica

lésions infligées par la police ou autres agents de la force publique, incluant les forces armées actives, lors de l'arrestation ou de la tentative d'arrestation de hors-la-loi, de la répression de troubles de l'ordre, du maintien de l'ordre ou d'autre action légale.
interventies zoals door politie of andere wetshandhavers, waaronder dienstdoende militairen, zoals (poging tot) aanhouding van wetsovertreders, onderdrukking van opstootjes, ordehandhaving en ander wettelijk optreden

Autres agents bactériens précisés, cause de maladies classées dans d'autres chapitres
overige gespecificeerde bacteriële-agentia als oorzaak van ziekten geclassificeerd in andere hoofdstukken

Autres agents bactériens, cause de maladies classées dans d'autres chapitres
overige gespecificeerde bacteriële agentia als oorzaak van ziekten geclassificeerd in andere hoofdstukken

Myopathie due à d'autres agents toxiques
myopathie door overige toxische agentia

Aplasie médullaire due à d'autres agents externes
aplastische anemie door overige uitwendige agentia

Polynévrite due à d'autres agents toxiques
polyneuropathie door overige toxische-agentia

Syndrome parkinsonien secondaire dû à d'autres agents externes
secundair parkinsonisme door overige uitwendige-agentia

Autres affections respiratoires aiguës et subaiguës dues à des agents chimiques, des émanations, des fumées et des gaz
overige acute en subacute respiratoire aandoeningen door chemische stoffen, gassen, rook en dampen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Les AINS peuvent réduire l’effet des diurétiques et autres antihypertenseurs. Chez certains patients présentant une altération de la fonction rénale (p.ex., les patients déshydratés ou les personnes âgées) l’administration simultanée d’un inhibiteur de l’ECA, de bêta-bloquants ou d’antagonistes de l’angiotensine II et d’agents inhibiteurs de la cyclo-oxygénase peut conduire à une altération supplémentaire de la fonction rénale, comprenant une insuffisance rénale aiguë éventuelle généralement réversible.
geneesmiddelen die cyclo-oxigenase remmen, resulteren in een verdere verslechtering van de nierfunctie met mogelijk een acute nierinsufficiëntie, die gewoonlijk reversibel is.

Administration concomitante d’un agent inhibiteur du TNF-alpha et d’anakinra Des infections sévères et des neutropénies ont été observées lors d’essais cliniques au cours desquels l’anakinra et un autre agent anti-TNF α , l’étanercept ont été administrés de façon concomitante, sans bénéfice clinique supplémentaire comparativement à l’étanercept administré seul.
Gelijktijdige toediening van een TNF α -remmer en anakinra Ernstige infecties en neutropenie werden waargenomen tijdens klinische onderzoeken met gelijktijdig gebruik van anakinra en een andere TNF α -remmer, etanercept, dat geen bijkomend klinisch voordeel biedt dan wanneer etanercept alleen gebruikt wordt.

Les concentrations plasmatiques de la doxorubicine et de son métabolite, le doxorubicinol, peuvent augmenter lorsque la doxorubicine est administrée avec de la ciclosporine, du vérapamil, du paclitaxel ou d’autres agents inhibiteurs de la glycoprotéine P (P-gP).
Plasmaconcentraties van doxorubicine en zijn metaboliet, doxorubicinol kunnen verhoogd worden wanneer doxorubicine toegediend wordt met ciclosporine, verapamil, paclitaxel of andere middelen die P-glycoproteïne (P-gP) remmen.

1 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 10,6% 55 0,2% 90 13,7% 1 2 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 10,3% 54 0,4% 33 5,1% 5 3 M01AC OXICAMES 9,7% 51 0,2% 67 10,2% 2 4 N02AX AUTRES OPIACES 9,6% 50 0,2% 27 4,2% 6 5 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 5,9% 31 0,0% 26 3,9% 7 6 H02AB GLUCOCORTICOIDES 4,2% 22 0,1% 44 6,7% 4 7 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 3,6% 19 0,1% 45 6,9% 3 8 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 3,2% 17 0,1% 5 0,8% 24 9 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 2,9% 15 0,2% 9 1,4% 17 10 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STEROIDIENS 2,2% 11 0,2% 16 2,4% 10 11 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 2,1% 11 0,2% 3 0,5% 41 12 B01AB HEPARINE 2,1% 11 0,0% 3 0,4% 42 13 N03AF DERIVES CARBOXAMIDES 2,0% 11 0,2% 15 2,3% 11 14 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,9% 10 0,0% 13 2,0% 14 15 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 1,6% 9 0,1% 2 0,3% 50 16 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 1,6% 8 0,0% 10 1,5% 16 17 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 1,5% 8 0,0% 4 0,6% 29 18 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,2% 6 0,0% 13 2,0% 12 19 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,1% 6 0,0% 2 0,4% 46 20 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,0% 5 0,0% 1 0,2% 58 21 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 1,0% 5 0,0% 8 1,3% 18 22 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,9% 5 0,0% 4 0,7% 27 23 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DU RECAPTAGE DE MONOAMINE 0,8% 4 0,1% 11 1,7% 15 24 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,7% 3 0,1% 3 0,5% 33 25 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,6% 3 0,0% 18 2,8% 9 26 M03BX AUTRES AGENTS A ACTION CENTRALE 0,6% 3 0,2% 3 0,5% 35 27 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,6% 3 0,0% 2 0,3% 48 28 C10AB FIBRATEN 0,6% 3 0,0% 6 0,9% 21 29 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,5% 3 0,0% 4 0,6% 28 30 N03AB DERIVES DE L'HYDANTOINE 0,5% 3 0,4% 23 3,5% 8
1 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 10,6% 55 0,2% 90 13,7% 1 2 N03AG VETZUURDERIVATEN 10,3% 54 0,4% 33 5,1% 5 3 M01AC OXICAMDERIVATEN 9,7% 51 0,2% 67 10,2% 2 4 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 9,6% 50 0,2% 27 4,2% 6 5 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 5,9% 31 0,0% 26 3,9% 7 6 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 4,2% 22 0,1% 44 6,7% 4 7 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 3,6% 19 0,1% 45 6,9% 3 8 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 3,2% 17 0,1% 5 0,8% 24 9 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 2,9% 15 0,2% 9 1,4% 17 10 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE MIDDELEN 2,2% 11 0,2% 16 2,4% 10 11 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 2,1% 11 0,2% 3 0,5% 41 12 B01AB HEPARINEGROEP 2,1% 11 0,0% 3 0,4% 42 13 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 2,0% 11 0,2% 15 2,3% 11 14 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,9% 10 0,0% 13 2,0% 14 15 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 1,6% 9 0,1% 2 0,3% 50 16 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 1,6% 8 0,0% 10 1,5% 16 17 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 1,5% 8 0,0% 4 0,6% 29 18 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,2% 6 0,0% 13 2,0% 12 19 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 1,1% 6 0,0% 2 0,4% 46 20 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,0% 5 0,0% 1 0,2% 58 21 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 1,0% 5 0,0% 8 1,3% 18 22 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,9% 5 0,0% 4 0,7% 27 23 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 0,8% 4 0,1% 11 1,7% 15 24 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,7% 3 0,1% 3 0,5% 33 25 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,6% 3 0,0% 18 2,8% 9 26 M03BX OVERIGE CENTRAAL WERKENDE MIDDELEN 0,6% 3 0,2% 3 0,5% 35 27 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,6% 3 0,0% 2 0,3% 48 28 C10AB FIBRATEN 0,6% 3 0,0% 6 0,9% 21 29 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,5% 3 0,0% 4 0,6% 28 30 N03AB HYDANTOINEDERIVATEN 0,5% 3 0,4% 23 3,5% 8

DE LA BETALACTAMASE INCLUS 0,6% 6 0,0% 5 0,4% 41 34 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,6% 6 0,1% 19 1,7% 15 35 M01AH COXIBS 0,6% 6 0,1% 5 0,5% 38 36 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 0,6% 6 0,5% 1 0,1% 72 37 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,5% 5 0,0% 9 0,8% 26 38 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 0,5% 5 0,0% 1 0,1% 84 39 J01CF PENICILLINES RESISTANTES AUX BETA-LACTAMASES 0,5% 5 0,2% 1 0,1% 73 40 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,5% 5 0,0% 1 0,1% 95 41 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,4% 4 0,0% 4 0,4% 44 42 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,4% 4 0,0% 4 0,3% 46 43 M03BX AUTRES AGENTS A ACTION CENTRALE 0,3% 4 0,2% 4 0,4% 45 44 J01FF LINCOSANIDES 0,3% 3 0,1% 1 0,1% 108 45 N05AL BENZAMIDES 0,3% 3 0,0% 1 0,1% 90 46 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,3% 3 0,0% 1 0,1% 92 47 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,3% 3 0,0% 7 0,6% 30 48 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 0,3% 3 0,2% 0 0,0% 209 49 N04BX AUTRES AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,3% 3 0,1% 1 0,1% 104 TOTAL 90,2% 917 - 919 81,3% -
0,9% 9 0,0% 7 0,6% 32 26 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 0,9% 9 0,0% 22 2,0% 12 27 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,8% 8 0,0% 5 0,4% 40 28 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,8% 8 0,1% 3 0,2% 55 29 N02AA NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN 0,8% 8 0,2% 4 0,3% 47 30 M05BA BISFOSFONATEN 0,7% 7 0,0% 6 0,5% 35 31 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,7% 7 0,0% 0 0,0% 130 32 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,6% 6 0,0% 0 0,0% 125 33 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 0,6% 6 0,0% 5 0,4% 41 34 N06AA NIET-SELECTIEVE MONOAMINE-HEROPNAMEREMMERS 0,6% 6 0,1% 19 1,7% 15 35 M01AH COXIBS 0,6% 6 0,1% 5 0,5% 38 36 G02CB PROLACTINEREMMERS 0,6% 6 0,5% 1 0,1% 72 37 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 0,5% 5 0,0% 9 0,8% 26 38 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 0,5% 5 0,0% 1 0,1% 84 39 J01CF BETALACTAMASE-RESISTENTE PENICILLINES 0,5% 5 0,2% 1 0,1% 73 40 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,5% 5 0,0% 1 0,1% 95 41 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,4% 4 0,0% 4 0,4% 44 42 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,4% 4 0,0% 4 0,3% 46 43 M03BX OVERIGE CENTRAAL WERKENDE MIDDELEN 0,3% 4 0,2% 4 0,4% 45 44 J01FF LINCOSAMIDEN 0,3% 3 0,1% 1 0,1% 108 45 N05AL BENZAMIDEN 0,3% 3 0,0% 1 0,1% 90 46 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,3% 3 0,0% 1 0,1% 92 47 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,3% 3 0,0% 7 0,6% 30 48 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 0,3% 3 0,2% 0 0,0% 209 49 N04BX OVERIGE DOPAMINERGICA 0,3% 3 0,1% 1 0,1% 104 TOTAAL 90,2% 917 - 919 81,3% -

1 M01AC OXICAMES 12,1% 507 1,6% 695 13,2% 1 2 H02AB GLUCOCORTICOIDES 11,3% 473 2,1% 669 12,7% 2 3 N02AX AUTRES OPIACES 7,4% 310 1,0% 175 3,3% 6 4 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 7,1% 298 1,3% 458 8,7% 3 5 M05BA BIPHOSPHONATES 6,9% 291 1,3% 177 3,4% 5 6 H05BA CALCITONINE 5,6% 233 2,5% 48 0,9% 21 7 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 4,2% 176 0,2% 145 2,8% 8 8 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 3,2% 136 0,7% 289 5,5% 4 9 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 3,0% 125 0,1% 62 1,2% 18 10 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 2,4% 102 0,1% 119 2,3% 12 11 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STEROIDIENS 2,1% 87 1,4% 124 2,4% 11 12 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,7% 71 0,1% 89 1,7% 13 13 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,4% 60 0,1% 129 2,4% 10 14 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DU RECAPTAGE DE MONOAMINE 1,2% 51 0,6% 164 3,1% 7 15 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 1,2% 49 0,1% 84 1,6% 14 16 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 1,1% 48 0,1% 43 0,8% 26 17 L03AB INTERFERONS 1,1% 47 0,2% 2 0,0% 121 18 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 1,0% 43 0,5% 70 1,3% 16 19 M03BX AUTRES AGENTS A ACTION CENTRALE 1,0% 42 2,6% 47 0,9% 22 20 R03BA GLUCOCORTICOIDES 1,0% 40 0,1% 26 0,5% 38 21 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,8% 34 0,4% 20 0,4% 45 22 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLUS 0,8% 32 0,1% 13 0,2% 54 23 B01AB HEPARINE 0,7% 29 0,1% 10 0,2% 67 24 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,6% 27 0,1% 4 0,1% 97 25 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,6% 24 0,1% 131 2,5% 9 26 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,6% 24 0,1% 24 0,4% 41 27 N05AF DERIVES DU THIOXANTHENE 0,6% 23 1,8% 35 0,7% 31 28 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,5% 23 0,1% 6 0,1% 86 29 M04AA INHIBITEURS DE LA PRODUCTION D'ACIDE URIQUE 0,5% 22 0,3% 63 1,2% 17 30 C10AB FIBRATEN 0,5% 21 0,1% 46 0,9% 23
1 M01AC OXICAMDERIVATEN 12,1% 507 1,6% 695 13,2% 1 2 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 11,3% 473 2,1% 669 12,7% 2 3 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 7,4% 310 1,0% 175 3,3% 6 4 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 7,1% 298 1,3% 458 8,7% 3 5 M05BA BISFOSFONATEN 6,9% 291 1,3% 177 3,4% 5 6 H05BA CALCITONINE 5,6% 233 2,5% 48 0,9% 21 7 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 4,2% 176 0,2% 145 2,8% 8 8 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 3,2% 136 0,7% 289 5,5% 4 9 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 3,0% 125 0,1% 62 1,2% 18 10 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 2,4% 102 0,1% 119 2,3% 12 11 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE MIDDELEN 2,1% 87 1,4% 124 2,4% 11 12 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,7% 71 0,1% 89 1,7% 13 13 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,4% 60 0,1% 129 2,4% 10 14 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 1,2% 51 0,6% 164 3,1% 7 15 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 1,2% 49 0,1% 84 1,6% 14 16 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 1,1% 48 0,1% 43 0,8% 26 17 L03AB INTERFERONEN 1,1% 47 0,2% 2 0,0% 121 18 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 1,0% 43 0,5% 70 1,3% 16 19 M03BX OVERIGE CENTRAAL WERKENDE MIDDELEN 1,0% 42 2,6% 47 0,9% 22 20 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 1,0% 40 0,1% 26 0,5% 38 21 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,8% 34 0,4% 20 0,4% 45 22 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 0,8% 32 0,1% 13 0,2% 54 23 B01AB HEPARINEGROEP 0,7% 29 0,1% 10 0,2% 67 24 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,6% 27 0,1% 4 0,1% 97 25 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,6% 24 0,1% 131 2,5% 9 26 C09CA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II, ENKELVOUDIG 0,6% 24 0,1% 24 0,4% 41 27 N05AF THIOXANTHEENDERIVATEN 0,6% 23 1,8% 35 0,7% 31 28 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,5% 23 0,1% 6 0,1% 86 29 M04AA MIDDELEN MET REMMENDE WERKING OP DE URINEZUURPRODUKTIE 0,5% 22 0,3% 63 1,2% 17 30 C10AB FIBRATEN 0,5% 21 0,1% 46 0,9% 23

Autres interactions Les interactions entre les composants d’Atripla et les inhibiteurs de protéase, les agents antirétroviraux autres que les inhibiteurs de protéase et les autres médicaments non-antirétroviraux sont listées dans le Tableau 1 ci-dessous (« ↑ » représente une augmentation, « ↓ » une diminution, « ↔ » l’absence de changement, « b.i.d». signifie deux fois par jour, « q.d». une fois par jour et « q8h » toutes les 8 heures).
UAndere interacties Interacties tussen de componenten van Atripla en proteaseremmers, andere antiretrovirale middelen dan proteaseremmers en andere niet-antiretrovirale geneesmiddelen worden hieronder weergegeven in tabel 1 (een stijging wordt aangegeven als “↑”, een daling als “↓”, geen verandering als “↔”, tweemaal daags als “b.i.d”. , eenmaal daags als “q.d”. en eenmaal per 8 uur als “q8h”).

Autres interactions Les interactions entre l’atazanavir/ritonavir et les inhibiteurs de protéase, les agents antirétroviraux autres que les inhibiteurs de protéase, et les autres médicaments non antirétroviraux sont listées dans le tableau ci-dessous (une augmentation est indiquée par “↑”, une diminution par “↓”, une absence de changement par “↔” ).
Andere interacties Interacties tussen atazanavir/ritonavir en proteaseremmers, antiretrovirale middelen anders dan proteaseremmers en andere niet-antiretrovirale geneesmiddelen zijn weergegeven in de onderstaande tabellen (een toename is aangegeven met een “↑”, afname met een “↓”, geen verandering als “↔”).

Autres interactions Les interactions entre l’éfavirenz et les inhibiteurs de protéase, les agents antirétroviraux autres que les inhibiteurs de protéase, et les autres médicaments non antirétroviraux sont listés dans le tableau 2 cidessous (une augmentation est indiquée par “↑”, une diminution par “↓”, une absence de changement par “↔”, toutes les 8 ou 12 heures par “q8h” ou “q12h”).
Andere interacties Interacties tussen efavirenz en proteaseremmers, antiretrovirale middelen behalve proteaseremmers en andere niet-antiretrovirale geneesmiddelen staan in Tabel 2 hieronder (verhoging wordt aangegeven met " ↑" , verlaging met " ↓" , geen verandering met " ↔" , en eenmalig om de 8 of 12 uur als " q8h" of " q12h" ).

Les interactions entre le ritonavir et les inhibiteurs de protéase, les agents antirétroviraux autres que les inhibiteurs de protéase et les médicaments autres que les antirétroviraux sont répertoriées dans les tableaux ci-dessous.
Interacties tussen ritonavir en proteaseremmers, antiretrovirale middelen anders dan proteaseremmers en andere niet-antiretrovirale geneesmiddelen zijn aangegeven in de onderstaande tabellen.