Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «d’obtenir une réponse virologique soutenue » (Français → Néerlandais) :

Chez tous les patients Dans la mesure où les patients ayant des réponses virales insuffisantes ont très peu de chance d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS), il est recommandé d’arrêter le traitement chez les patients ayant des taux d'ARN du VHC > 1 000 UI/ml à la semaine 4 ou à la semaine 12 (se reporter au tableau 1).

Alle patiënten Aangezien het zeer onwaarschijnlijk is dat patiënten met een onvoldoende virale respons een aanhoudende virologische respons (sustained virologic response, SVR) zullen bereiken, wordt aanbevolen dat patiënten met HCV-RNA > 1.000 IE/ml in week 4 of week 12 met de behandeling stoppen (zie tabel 1).


Ribavirine : L’abacavir et la ribavirine partageant les mêmes voies de phosphorylation, une interaction intracellulaire entre ces deux médicaments n'est pas exclue ; celle-ci pourrait conduire à une diminution des métabolites phosphorylés intracellulaires de la ribavirine et donc potentiellement à une réduction des chances d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS) pour l’hépatite C (VHC) chez des patients coinfectés par le VHC et traités par l'association interféron pégylé / ribavirine (RBV).

Ribavirine: Omdat abacavir (ABC) en ribavirine (RBV) op dezelfde wijze via fosforylering worden omgezet, is gepostuleerd dat een mogelijke intracellulaire interactie tussen deze twee geneesmiddelen kan optreden. Dit zou kunnen leiden tot een reductie van de intracellulaire gefosforyleerde metabolieten van ribavirine met, als potentiële consequentie, een verminderde kans op een aanhoudende virologische respons (SVR = sustained virological response) op hepati ...[+++]


L’abacavir et la ribavirine partageant les mêmes voies de phosphorylation, une interaction intracellulaire entre ces deux médicaments n'est pas exclue ; celle-ci pourrait conduire à une diminution des métabolites phosphorylés intracellulaires de la ribavirine et donc potentiellement à une réduction des chances d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS) pour l’hépatite C (VHC) chez des patients co-infectés par le VHC et traités par l'association interféron pégylé / ribavirine (RBV).

Omdat abacavir (ABC) en ribavirine (RBV) op dezelfde wijze via fosforylering worden omgezet, is gepostuleerd dat een mogelijke intracellulaire interactie tussen deze twee geneesmiddelen kan optreden. Dit zou kunnen leiden tot een reductie van de intracellulaire gefosforyleerde metabolieten van ribavirine en, met als potentiële consequentie, een verminderde kans op een aanhoudende virologische respons (SVR = sustained virological response) op hepatitis C (HCV ...[+++]


Durée du traitement – Patients naïfs Prédictibilité d’une réponse virologique prolongée : Chez les patients infectés par un virus de génotype 1 et n’ayant pas obtenu des taux indétectables d’ARN-VHC ni une réponse virologique adéquate à la semaine 4 ou 12, il est très improbable d’obtenir une réponse virologique prolongée et l’i ...[+++]

Duur van de behandeling - patiënten die nog niet werden behandeld Voorspelbaarheid van een aanhoudende virologische respons: patiënten met een genotype 1-virusinfectie bij wie het HCV-RNA niet daalt tot onmeetbaar lage waarden of die geen adequate virologische respons vertonen na 4 of 12 weken, zullen naar alle waarschijnlijkheid geen aanhoudende virologische respons bereiken. Bij die patiënten moet worden overwogen om de behandeling stop te zetten (zie ook rubriek 5.1).


Au cours de ces études cliniques réalisées chez des patients traités pendant un an, les patients n’ayant présenté aucune réponse virologique après six mois de traitement (taux d’ARN-VHC inférieurs à la limite inférieure de détection) avaient peu de chance d’obtenir une réponse virologique prolongée (taux d’ARN-VHC inférieurs à la limite inférieure de détection six mois après l’arrêt du traitement).

In die klinische studies, waarin patiënten gedurende één jaar werden behandeld, was de kans klein dat patiënten die na zes maanden behandeling geen virologische respons vertoonden (HCV-RNA beneden de onderste detectielimiet), toch een aanhoudende virologische respons zouden vertonen (HCV-RNA beneden de onderste detectielimiet zes maanden na stopzetting van de behandeling).


L'amélioration de la proportion de patients ayant obtenu une réponse virologique soutenue était constante dans tous les sous-groupes des strates de randomisation (taux plaquettaire initial (< 50 000 versus > 50 000), charge virale (< 800 000 UI/ml versus ≥ 800 000 UI/ml) et génotype (2/3 versus 1/4/6)).

Dit hogere aandeel patiënten met een SVR onder de eltrombopag-gebruikers werd bij alle randomisatiestrata-subgroepen waargenomen (baseline bloedplaatjestelling (< 50.000 vs. > 50.000), virale lading (< 800.000 IE/ml vs. ≥ 800.000 IE/ml) en genotype (2/3 vs. 1/4/6)).


Le critère d'efficacité principal pour les deux études était une réponse virologique soutenue (RVS), définie comme le pourcentage de patients sans ARN-VHC détectable à 24 semaines après la fin de la période prévue de traitement.

Bij beide studies was het primaire werkzaamheidseindpunt de aanhoudende virologische respons (sustained virologic respons (SVR)), gedefinieerd als het aandeel patiënten bij wie 24 weken na afloop van de behandelperiode geen HCV-RNA kon worden aangetoond.


De plus, les bénéfices du traitement en termes de proportion de patients obtenant une RVS (réponse virologique soutenue) par rapport au placebo étaient modestes chez ces patients (en particulier pour ceux ayant un taux initial d’albumine ≤ 35 g/l) par rapport à l’ensemble du groupe.

Bovendien waren de voordelen van de behandeling gemeten in het percentage dat SVR bereikte vergeleken met placebo gering bij deze patiënten (in het bijzonder bij diegenen met een albuminewaarde van ≤ 35g/l bij de start) vergeleken met de totale groep.


Si la suppression du virus était atteinte à la semaine 12, les probabilités d’obtenir une réponse virologique prolongée avec 48 ou 72 semaines de traitement étaient respectivement de 35% (20 sur 57) et 57% (57 sur 100).

De kansen op het bereiken van een aanhoudende virologische respons na 48 of 72 weken behandeling indien virale onderdrukking werd bereikt in week 12 waren respectievelijk 35% (20 van 57) en 57% (57 van 100).


Si la suppression du virus n’était pas atteinte à la semaine 12, les probabilités de ne pas obtenir une réponse virologique prolongée avec 48 ou 72 semaines de traitement étaient respectivement de 96% (363 sur 380) et 96% (324 sur 339).

De kansen om geen aanhoudende virologische respons te bereiken na 48 of 72 weken behandeling, indien virale onderdrukking niet werd bereikt in week 12, waren respectievelijk 96% (363 van 380) en 96% (324 van 339).


w