Pour la fixation du plafond des revenus, le cohabitant du bénéficiaire n’est cependant pas visé, s’il s’agit soit d’une personne parente ou alliée du titulaire jusqu’au troisième degré inclusivement, soit d’une personne cohabitant avec le titulaire dans le cadre d’un placement familial, visé à l’article 227 de l’arrêté royal du 3 juillet 1996 portant exécution de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, dit A.R. -SSI.
Voor het vaststellen van het voornoemde inkomensgrensbedrag wordt degene die met de rechthebbende samenwoont, echter niet in aanmerking genomen indien het gaat ofwel om een bloed- of aanverwant van de gerechtigde tot en met de derde graad, ofwel om iemand die met de gerechtigde samenwoont in het raam van een plaatsing in een gezin, zoals bedoeld in artikel 227 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, hierna K.B.- GVU genoemd.