2. La transparence de l'exercice de l'autorité disciplinaire doit être recherchée a) vis-à-vis du plaignant, dont la position dans la procédure disciplinaire doit être renforcée b) vis-à-vis du médecin prévenu, par des moyens qui garantissent l'uniformisation de la jurisprudence disciplinaire, et plus largement c) vis-à-vis du public, par la publication de décisions disciplinaires rendues anonymes.
2. Er moet worden gestreefd naar transparantie op het gebied van de uitoefening van het tuchtgezag, a) naar de klager toe, wiens positie in de tuchtprocedure versterkt dient te worden; b) naar de aangeklaagde arts toe door middelen die borg staan voor een eenvormige tuchtrechtspraak; en c) ruimer, naar de bevolking toe, door de publicatie van anoniem gemaakte tuchtbeslissingen.