L’intégration progressive implique la coexistence pendant une période, des CEAM, des certificats provisoires de remplacement, des nouveaux E.111 valables pour les assurés des pays bénéficiant des périodes transitoires, des anciens E.111 avec validité maximale jusqu’au 31 décembre 2004, des E.128 et E.128B avec une incertitude quant à la validité maximale (la Commission recommande la souplesse) et des E.119 anciens et nouveaux.
De geleidelijke integratie houdt in dat de EZVK, de voorlopige vervangingsbewijzen, de nieuwe E.111 voor de verzekerden van de landen die overgangsperiodes genieten, de oude E.111 met een geldigheidsduur tot uiterlijk 31 december 2004, de E.128 en E.128B waarvan de uiterlijke geldigheidsduur onzeker is (de Commissie beveelt soepelheid aan), de oude en nieuwe E.119 een tijdlang naast elkaar bestaan.