Traduction de «effets indésirables toxicité hématologique » (Français → Néerlandais) :

4.8 Effets indésirables Toxicité hématologique La myélosuppression (principalement: thrombocytopénie, et dans une moindre mesure: leucopénie) constitue la principale toxicité limitative de la dose du carboplatine; elle est généralement réversible et non cumulative.
4.8 Bijwerkingen Hematologische toxiciteit Myelosuppressie, voornamelijk thrombocytopenie, in mindere mate, leukopenie, is de belangrijkste dosisbeperkende toxiciteit van carboplatine; deze is over het algemeen reversibel en niet cumulatief.

Ajustements posologiques consécutifs à des effets indésirables Ajustements posologiques consécutifs à des effets indésirables non hématologiques En cas de développement d'une toxicité non hématologique modérée ou sévère cliniquement significative, le traitement par bosutinib doit être interrompu et peut être repris à raison de 400 mg une fois par jour après résolution de la toxicité.
Dosisaanpassingen bij bijwerkingen Dosisaanpassingen bij niet-hematologische bijwerkingen Als zich klinisch significante matige of ernstige niet-hematologische toxiciteit ontwikkelt, dient het gebruik van bosutinib te worden onderbroken en kan dit worden hervat met 400 mg eenmaal daags zodra de toxiciteit is verdwenen.

Ajustement de la posologie en cas d'effets indésirables Effets indésirables extra-hématologiques En cas de survenue d’un effet indésirable extra-hématologique sévère, le traitement par Glivec doit être interrompu jusqu'à résolution de l'événement.
Dosisaanpassing in geval van bijwerkingen Niet-hematologische bijwerkingen Indien een ernstige niet-hematologische bijwerking ontstaat door het gebruik van Glivec, moet de behandeling onderbroken worden totdat de bijwerking verdwenen is.

Description de certains effets indésirables Affections hématologiques et du système lymphatique Les effets indésirables hématologiques sont présentés comparativement à ceux observés avec le comparateur, en raison des effets indésirables significatifs de celui-ci dans ces affections (Tableau 3).
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen Bloed- en lymfestelselaandoeningen Bijwerkingen bij hematologische aandoeningen worden vermeld in vergelijking met de onderzoekstak voor het product waarmee thalidomide vergeleken werd, omdat dit andere product significante uitwerkingen heeft op deze aandoeningen (Tabel 3).

Pour prendre en charge les effets indésirables tels que l’érythrodysesthésie palmo-plantaire (EPP), la stomatite ou la toxicité hématologique, la dose peut être réduite ou retardée.
Om bijwerkingen zoals palmair-plantaire erytrodysesthesie (PPE), stomatitis of hematologische toxiciteit te behandelen, kan de dosis verminderd of de toediening vertraagd worden.

Toxicité hématologique Des effets hématologiques ont été observés dans chacune des espèces, y compris des diminutions dosedépendantes du nombre des leucocytes circulants chez la souris et une diminution non spécifique des leucocytes circulants chez le rat ; cependant, aucun signe de cytotoxicité médullaire n’a été mis en évidence.
Hematologische toxiciteit Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke afnamen in circulerende leukocyten bij muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten bij ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar.

Affections hématologiques et du système lymphatique: La manifestation la plus marquée de la toxicité hématologique et médullaire est une leucopénie et/ou une granulocytopénie (neutropénie) dose-dépendante, réversible; cet effet est dose-limitant, surtout en phase initiale.
De meest uitgesproken uiting van de hematologische en beenmergtoxiciteit is een dosisafhankelijke, reversibele leukopenie en/of granulocytopenie (neutropenie); dit effect is vooral in de beginfase dosis-beperkend.

Toxicité hématologique On a observé des effets sur les paramètres hématologiques dans chaque espèce, dont des réductions liées à la dose des leucocytes circulants chez la souris et des réductions non spécifiques des leucocytes circulants chez le rat; néanmoins, on n’a observé aucun signe de cytotoxicité médullaire.
Hematologische toxiciteit Bij alle diersoorten werden effecten op de hematologische parameters gevonden met inbegrip van een dosisgebonden daling van de circulerende leukocyten bij muizen en een niet-specifieke daling van de circulerende leukocyten bij ratten.

Toxicité hématologique: Des effets hématologiques ont été observés dans chacune des espèces, y compris des diminutions dose-dépendantes du nombre des leucocytes circulants chez la souris et une diminution non spécifique des leucocytes circulants chez le rat ; cependant, aucun signe de cytotoxicité médullaire n’a été mis en évidence.
Hematologische toxiciteit: Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke afnamen in circulerende leukocyten in muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten in ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar.