Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Caillot sanguin
Embolie
Embolie pulmonaire
Embolie pulmonaire SAI
Gazeuse
Liquide amniotique
Puerpérale SAI
Pulmonaire
Pyohémique
Savon
Septique ou septicopyohémique
Survenant après les états classés en O00-O07

Vertaling van "embolie pulmonaire événements " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Embolie pulmonaire, avec mention de cœur pulmonaire aigu

longembolie met vermelding van acuut cor pulmonale


Embolie pulmonaire, sans mention de cœur pulmonaire aigu

longembolie zonder vermelding van acuut cor pulmonale


Embolie (pulmonaire):obstétricale SAI | puerpérale SAI

obstetrische (long)embolie NNO | puerperale (long)embolie NNO








embolie pulmonaire de liquide amniotique après l'accouchement

pulmonale vruchtwaterembolie na bevalling


Embolie (due à):SAI | caillot sanguin | gazeuse | liquide amniotique | pulmonaire | pyohémique | savon | septique ou septicopyohémique | survenant après les états classés en O00-O07

embolie | NNO | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | bloedstolsel | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | long | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | lucht | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | pyemisch | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | septisch of septicopyemisch | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | vruchtwater | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | zeep | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 |
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bouffées de chaleur 1 104 (35,7%) 1 264 (40,9%) Douleur/raideur articulaire 1 100 (35,6%) 911 (29,4%) Trouble de l’humeur 597 (19,3%) 554 (17,9%) Fatigue/asthénie 575 (18,6%) 544 (17,6%) Nausées et vomissements 393 (12,7%) 384 (12,4%) Fractures 315 (10,2%) 209 (6,8%) Fractures du rachis, de la hanche ou du poignet (Pouteau- 133 (4,3%) 91 (2,9%) Colles) Fractures du poignet/Pouteau-Colles 67 (2,2%) 50 (1,6%) Fractures du rachis 43 (1,4%) 22 (0,7%) Fractures de la hanche 28 (0,9%) 26 (0,8%) Cataractes 182 (5,9%) 213 (6,9%) Saignement vaginal 167 (5,4%) 317 (10,2%) Maladie cardiovasculaire ischémique 127 (4,1%) 104 (3,4%) Angine de poitrine 71 (2,3%) 51 (1,6%) Infarctus du myocarde 37 (1,2%) 34 (1,1%) Coronaropathie 25 (0,8%) 23 (0,7%) Ischémi ...[+++]

Opvliegers 1. 104 (35,7%) 1.264 (40,9%) Gewrichtspijn/-stijfheid 1.100 (35,6%) 911 (29,4%) Stemmingsstoornissen 597 (19,3%) 554 (17,9%) Vermoeidheid/asthenie 575 (18,6%) 544 (17,6%) Misselijkheid en braken 393 (12,7%) 384 (12,4%) Fracturen 315 (10,2%) 209 (6,8%) Fracturen van de wervelkolom, de heup of de pols/Colles 133 (4,3%) 91 (2,9%) Pols/Collesfracturen 67 (2,2%) 50 (1,6%) Wervelfracturen 43 (1,4%) 22 (0,7%) Heupfracturen 28 (0,9%) 26 (0,8%) Cataract 182 (5,9%) 213 (6,9%) Vaginale bloeding 167 (5,4%) 317 (10,2%) Ischemische hartziekte 127 (4,1%) 104 (3,4%) Angina pectoris 71 (2,3%) 51 (1,6%) Myocardinfarct 37 (1,2%) 34 (1,1%) Kransslagader aandoeningen 25 (0,8%) 23 (0,7%) Myocard-ischemie 22 (0.7%) 14 (0,5%) Vaginale afscheiding 109 (3 ...[+++]


Bouffées de chaleur 1104 (35,7%) 1264 (40,9%) Douleur/raideur articulaire 1100 (35,6%) 911 (29,4%) Troubles de l’humeur 597 (19,3%) 554 (17,9%) Fatigue/asthénie 575 (18,6%) 544 (17,6%) Nausées et vomissements 393 (12,7%) 384 (12,4%) Fractures 315 (10,2%) 209 (6,8%) Fractures du rachis, de la hanche ou du poignet (Pouteau- 133 (4,3%) 91 (2,9%) Colles) Fractures du poignet/Pouteau-Colles 67 (2,2%) 50 (1,6%) Fractures du rachis 43 (1,4%) 22 (0,7%) Fractures de la hanche 28 (0,9%) 26 (0,8%) Cataractes 182 (5,9%) 213 (6,9%) Saignement vaginal 167 (5,4%) 317 (10,2%) Maladie cardiovasculaire ischémique 127 (4,1%) 104 (3,4%) Angine de poitrine 71 (2,3%) 51 (1,6%) Infarctus du myocarde 37 (1,2%) 34 (1,1%) Coronaropathie 25 (0,8%) 23 (0,7%) Ischémie ...[+++]

Opvliegers 1104 (35,7%) 1264 (40,9%) Gewrichtspijn/-stijfheid 1100 (35,6%) 911 (29,4%) Stemmingsstoornissen 597 (19,3%) 554 (17,9%) Vermoeidheid/asthenie 575 (18,6%) 544 (17,6%) Misselijkheid en braken 393 (12,7%) 384 (12,4%) Fracturen 315 (10,2%) 209 (6,8%) Fracturen van de wervelkolom, de heup of de 133 (4,3%) 91 (2,9%) pols/Colles Pols/Collesfracturen 67 (2,2%) 50 (1,6%) Wervelfracturen 43 (1,4%) 22 (0,7%) Heupfracturen 28 (0,9%) 26 (0,8%) Cataract 182 (5,9%) 213 (6,9%) Vaginale bloeding 167 (5,4%) 317 (10,2%) Ischemische hartziekte 127 (4,1%) 104 (3,4%) Angina pectoris 71 (2,3%) 51 (1,6%) Myocardinfarct 37 (1,2%) 34 (1,1%) Kransslagaderaandoeningen 25 (0,8%) 23 (0,7%) Myocardischemie 22 (0,7%) 14 (0,5%) Vaginale afscheiding 109 (3,5%) 4 ...[+++]


– Evénements thrombo-emboliques veineux (thrombose veineuse profonde, thrombose au site IV, embolie pulmonaire, événements thrombo-emboliques hépatiques y compris thrombose de la veine porte, thrombose veineuse rénale, thrombophlébite, thrombophlébite superficielle et ischémie intestinale).

– Veneuze trombo-embolische complicaties (diepe veneuze trombose, trombose op de plaats van i.v. injectie, longembolie, trombo-embolische complicaties van de lever met inbegrip van portale venetrombose, renale venetrombose, tromboflebitis, oppervlakkige tromboflebitis en intestinale ischemie)


L’efficacité des trois produits a été évaluée dans la prévention d’événements thrombo emboliques dans le traitement de la fibrillation auriculaire (FA), dans la prévention de thrombose veineuse profonde (TVP) et d’embolie pulmonaire après une chirurgie orthopédique et dans le traitement de la thrombose veineuse profonde et dans la prévention secondaire de la TVP et de l’embolie pulmonaire.

De werkzaamheid van deze drie producten werd onderzocht in de preventie van trombo-embolische voorvallen bij de behandeling van voorkamerfibrillatie (VKF), preventie van diepe veneuze trombose en longembolen na orthopedische chirurgie en de behandeling van diepe veneuze trombose (DVT) en secundaire preventie van DVT en longembool.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Évènements thrombo-emboliques veineux et artériels Le risque de thrombo-embolie veineuse (tels que thrombose veineuse profonde, embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle (tels qu’infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral) est majoré chez les patients traités par thalidomide (voir rubrique 4.8).

Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Patiënten die met thalidomide worden behandeld hebben een verhoogd risico van veneuze tromboembolie zoals diepveneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolie (zoals myocardinfarct en cerebrovasculair voorval) (zie rubriek 4.8).


Chez les patients qui ont reçu sunitinib dans les études d’enregistrement de phase III, des événements pulmonaires liés au traitement (i.e. dyspnée, épanchement pleural, embolie pulmonaire ou œdème pulmonaire) ont été rapportés chez environ 5 % des patients atteints de GIST, chez environ 14 % des patients atteints de MRCC et chez 7,2 % des patients atteints de pNET.

Ademhalingsstelselvoorvallen Patiënten bij wie zich in de achterliggende 12 maanden longembolie had voorgedaan, werden uitgesloten van deelname aan klinische studies met sunitinib. Bij patiënten die sunitinib kregen in fase III-registratiestudies werden behandelingsgerelateerde longvoorvallen gemeld (dat wil zeggen dyspnoe, pleurale effusie, longembolie of longoedeem): bij ongeveer 0,5% van de patiënten met GIST en bij ongeveer 14% van de patiënten met MRCC, en bij 7,2% van de patiënten met pancreasNET.


Chez les patients qui ont reçu sunitinib dans les études d’enregistrement de phase III, des événements pulmonaires liés au traitement (i.e. dyspnée, épanchement pleural, embolie pulmonaire ou œdème pulmonaire) ont été rapportés chez environ 5 % des patients atteints de GIST, chez environ 14 % des patients atteints de MRCC, et chez 7,2 % des patients atteints de pNET.

Ademhalingsstelselvoorvallen Patiënten bij wie zich in de achterliggende 12 maanden longembolie had voorgedaan, werden uitgesloten van deelname aan klinische studies met sunitinib. Bij patiënten die sunitinib kregen in fase III registratie-studies werden behandelingsgerelateerde longvoorvallen gemeld (dat wil zeggen dyspnoe, pleurale effusie, longembolie of longoedeem): bij ongeveer 0,5% van de patiënten met GIST, bij ongeveer 14% van de patiënten met MRCC, en bij 7,2% van de patiënten met pancreasNET. Er werden zeldzame voorvallen met fatale afloop gemeld.


Événements veineux emboliques et thrombotiques (voir rubrique 4.4) Des événements veineux emboliques et thrombotiques ont été rapportés chez 1,9% des patients recevant axitinib dans une étude clinique contrôlée évaluant axitinib chez des patients atteints de RCC. Des évènements veineux emboliques et thrombotiques de grade 3/4 (dont embolie pulmonaire, thrombose veineuse profonde et occlusion/thrombose de la veine rétinienne) ont été rapportés chez 1,7% des patients recevant axitinib.

Veneuze embolische en trombotische voorvallen (zie rubriek 4.4) In een gecontroleerd klinisch onderzoek met axitinib voor de behandeling van patiënten met RCC werden veneuze embolische en trombotische bijwerkingen gerapporteerd bij 1,9% van de patiënten die axitinib kregen. Er werden veneuze embolische en trombotische bijwerkingen van klasse 3/4 gerapporteerd bij 1,7% van de patiënten die axitinib kregen (waaronder longembolie, diep veneuze trombose en retinale veneuze occlusie/trombose).


circulatoire, (événements thrombo-emboliques), incluant la possibilité d’une occlusion des vaisseaux pulmonaires (embolie pulmonaire)

- Occlusie van een bloedvat door een bloedstolsel in de bloedsomloop (tromboembolische accidenten), waaronder mogelijke afsluiting van longvaten (longembolie)


Plusieurs études et synthèses méthodiques ont montré que les héparines fractionnées sont supérieures aux héparines non fractionnées dans le traitement de la thrombose veineuse profonde et aussi de l’embolie pulmonaire: elles diminuent le nombre de nouveaux événements thrombotiques et réduisent le taux de mortalité 35 .

Vele studies en systematische literatuuroverzichten konden aantonen dat LMWH superieur zijn t.o.v. niet-gefractioneerde heparines bij de behandeling van DVT en ook van longembolie: ze doen het aantal nieuwe trombo-embolische voorvallen dalen en verminderen de mortaliteit 35 .




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

embolie pulmonaire événements ->

Date index: 2020-12-12
w