Chez les patientes ne désirant pas avoir d'enfant et ménopausées de manière précoce, il peut être intéressant, en l'absence de toute contre-indication , d'administrer des œstrogènes (traitement hormonal de substitution) jusqu'à l'âge d'au moins 46 ans et, si elles le souhaitent, jusqu'à l'âge de 50 ans, voire plus longtemps même en l'absence de plaintes particulières.
Bij patiënten zonder kinderwens bij wie de menopauze vroegtijdig is ingetreden, kan er - als er geen contra-indicatie voor bestaat - indicatie zijn tot het toedienen (suppletie) van oestrogenen tot de leeftijd van ten minste 46 jaar en indien gewenst tot de leeftijd van 50 jaar, of nog langer als er speciale klachten zijn.