(AR du 21 février 2006 Annexe III. III) L’exploitant du secteur de l’alimentation animale veille à ce que la dose journalière de substances actives soit répartie sur une quantité d'aliments correspondant au moins à la moitié de la ration journalière des animaux traités et, pour les ruminants, au moins à la moitié du besoin journalier de supplément non minéral.
(KB van 21 februari 2006 Bijlage III. III) De exploitant van een diervoederinrichting ziet erop toe dat de dagelijkse dosis werkzame stoffen wordt verdeeld over een hoeveelheid voeders die ten minste overeenstemt met de helft van het dagrantsoen van de behandelde dieren en, voor herkauwers, met ten minste de helft van de dagelijkse behoefte aan niet-mineraal supplement.