Une incompatibilité apparaît avec toutes les solutions pour perfusion/médicaments physiquement ou chimiquement instables au pH de la solution (par ex. pénicillines, solutions d’héparine), particulièrement en cas d’association avec des solutions ajustées à un pH alcalin (pH des solutions pour perfusion de ciprofloxacine : 3,5-4,6).
Onverenigbaarheid treedt op met alle oplossingen voor infusie/geneesmiddelen die fysisch of chemisch instabiel zijn bij de pH van de oplossing (bijv. penicillines, heparine-oplossingen), in het bijzonder in combinatie met oplossingen die aangepast zijn aan een alkalische pH (pH van de oplossingen voor infusie met ciprofloxacine: 3,5-4,6).