Il faut à chaque fois préciser pour chaque aliment quel est le paramètre visé : pour ‘mycotoxines’ il peut s’agir p.ex. de déoxynivalénol (DON), de zéaralénone, d’ochratoxine A (OTA) ou de fumonisine; pour ‘pesticides’ il peut s’agir de dichlorvos ou de permétrine; pour ‘dioxines’ il peut s’agir de p. ex. p-dibenzodioxines polychlorées (PCDD) ou de dibenzofuranes polychlorés (PCDF).
Er dient telkens vermeld te worden per voeder welke parameter er bedoeld wordt: bij ‘mycotoxines’ bv. deoxynivalenol (DON), zearalenone, ochratoxine A (OTA), fumonisine; bij ‘pesticiden’ bv. dichloorvos, permetrine; bij ‘dioxines’ bv. polygechloreerde p-dibenzodioxines (PCCD), polygechloreerde dibenzofuranen (PCDF).
