Une hémochromatose secondaire (hémosidérose post-transfusionnelle) peut être induite par le biais de transfusions fréquentes, amenant à une surcharge en fer dans laquelle un taux de ferritine sérique d'au moins 1.000 µg/L est objectivé, avec ou sans lésions organiques (AFSAPPS, 2011; CBO, 2011).
Een secundaire hemochromatose (hemosiderose na transfusie) kan worden geïnduceerd door frequente transfusies die verantwoordelijk zijn voor een ijzerstapeling waarbij een ferritinegehalte in het serum van minstens 1.000 µg/L wordt waargenomen, met of zonder orgaanbeschadigingen (AFSAPPS, 2011; CBO, 2011).