La présence de caféine et de théobromine dans les feuilles de maté stimule le muscle cardiaque et le système nerveux central, détend les muscles lisses, spécialement ceux des bronches, et agit favorablement sur la circulation sanguine périphérique, ce qui pourrait fort bien expliquer ses indications traditionnelles contre les maux de tête.
De aanwezigheid van cafeïne en van theobromine in de bladeren van mate stimuleert de hartspier en het centraal zenuwstelsel, ontspant de gladde spieren en in het bijzonder deze van de bronchiën, en heeft een gunstige werking op de perifere bloedcirculatie waardoor de traditionele indicatie tegen hoofdpijn goed kan worden verklaard.