Vertaling van "fibrose silicotique du poumon " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

fibrose silicotique (massive) du poumon
silicotische longfibrose (massief)

Fibrose pulmonaire congénitale Poumon de ventilation du nouveau-né
congenitale longfibrose | 'ventilator lung' bij pasgeborene

Fibrose du poumon après irradiation
longfibrose na (be)straling

Fibrose (du poumon) due à la bauxite
bauxietfibrose (van long)

Fibrose (du poumon) due au graphite
grafietfibrose (van long)

fibrose du poumon due à la bauxite
bauxietfibrose van long

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

- détresse respiratoire, inflammation des poumons (pneumonie), fibrose au niveau des poumons (maladie pulmonaire interstitielle), accumulation de liquide dans les poumons (œdème pulmonaire)
- moeilijke ademhaling, longontsteking (pneumonitis), vorming van fibreus weefsel in de longen (interstitieel longlijden), vochtophoping in de longen (longoedeem)

- Difficultés à respirer, liquide dans les poumons, inflammation des poumons et autres problèmes pulmonaires (fibrose des poumons, embolie pulmonaire), fonctions pulmonaires sensiblement diminuées (insuffisance respiratoire)
- Kortademigheid, vocht in de longen, ontsteking van de longen en andere longproblemen (longfibrose, longembolie), duidelijk verminderde longfunctie (longfalen).

effets nuisibles sur les poumons : formation de cicatrices dans les poumons (fibrose pulmonaire), inflammation des poumons (pneumonie), essoufflement (dyspnée).
schadelijkheid voor de longen: littekenvorming in de longen (pulmonaire fibrose) ontsteking van de longen (pneumonitis), kortademigheid (dyspneu).

Détresse respiratoire, inflammation des poumons (pneumonie), fibrose au niveau des poumons (maladie pulmonaire interstitielle), accumulation de liquide dans les poumons (œdème pulmonaire).
Moeilijke ademhaling, longontsteking (pneumonitis), vorming van fibreus weefsel in de longen (interstitieel longlijden), vochtophoping in de longen (longoedeem)

sur les poumons et liquide autour des poumons (épanchement pleural et fibrose pulmonaire), inflammation des poumons (pneumonie interstitielle), caillot de sang dans les vaisseaux pulmonaires (embolie pulmonaire), insuffisance pulmonaire.
en vocht rond de longen (pleurale effusie en longfibrose), longontsteking (interstitiële pneumonie), bloedpropjes in de longvaten (longembolie), falen van de longen om goed te functioneren.

C’est au cours des années soixante, que les premières études sur animaux, utilisant la voie inhalatoire ou l’injection intracavitaire (intrapleurale ou intrapéritonéale) avec des fibres d’amiante démontrèrent les risques de voir apparaître des tumeurs dans le poumon ou la plèvre, la tumorigenèse étant souvent précédée de manifestations de fibrose pulmonaire.
In de jaren 60 bewezen de eerste dierproeven, die gebruik maakten van de ademwegen of intracavitaire injectie (intrapleuraal of intraperitoneaal) met asbestvezels, dat er een risico was dat in de longen of pleura een tumor zou ontstaan.

1. l’asbestose : c’est une fibrose du poumon, celui-ci est durci et n’assure plus sa fonction d’oxygénation.
1. asbestose: een longfibrose waarbij de longen stijver worden en de ademhaling bemoeilijkt wordt.

Dans un modèle animal de fibrose pulmonaire, le bosentan a réduit le dépôt de collagène dans les poumons.
In een diermodel van longfibrose verminderde bosentan de afzet van collageen in de longen.

L’étude épidémiologique de l’université de Cincinnati ne montre aucune fibrose interstitielle, ni cancer des poumons incrémentiel, ni aucun mésothéliome (Walker et al. 2002; LeMasters et al. 2003; Lockey et al. 2002).
Epidemiologische studie van de universiteit van Cincinnati toont geen interstitiële fibrose, geen incrementele longkanker of enig mesothelioom (Walker et al., 2002; LeMasters et al., 2003 ; Lockey et al. 2002).

On peut s’attendre à une fibrose pulmonaire lorsque l’activité absorbée par les poumons est supérieure à ~3 GBq (80 mCi) Bien que les études épidémiologiques n’aient pas à ce jour démontré statistiquement un risque accru de cancer secondaire suite à un traitement par radioiode, ce risque ne peut être formellement exclu et doit être gardé à l’esprit à long terme.
Longfibrose is te verwachten indien de activiteit opgenomen door de longen is hoger dan ~3 GBq (80 mCi). Hoewel de epidemiologische studies tot nu toe geen hoger risico van secundaire kanker na behandeling met radioactief jodium statistisch hebben aangetoond, kan dit risico niet formeel uitgesloten worden en moet het op lange termijn steeds voor ogen blijven.