Si la reconstitution a eu lieu dans un local aseptique contrôlé et validé, la solution mère de l'injectable se conserve pendant 24 heures à température ambiante ou pendant 48 heures à 5° C. La dilution finale sera utilisée dans les 6 heures, lorsqu'elle est conservée à 25° C ou dans les 48 heures à 5° C.
De moederoplossing van de inspuitbare vorm kan bij kamertemperatuur gedurende 24 uur en bij een temperatuur van 5°C gedurende 48 uur worden bewaard. De uiteindelijke, verdunde oplossing moet binnen de 6 uur worden gebruikt als ze bij een temperatuur van 25°C wordt bewaard en binnen de 48 uur als ze bij een temperatuur van 5°C wordt bewaard.