Il est précisé que les institutions ont droit au financement de produits et de matériel destinés à prévenir les maladies nosocomiales, de la fonction palliative et de la formation complémentaire dans le domaine de la démence, le premier jour du trimestre au cours duquel elles satisfont aux conditions prescrites (art. 10, 11 et 14).
Het is verduidelijkt dat de instellingen recht hebben op de financiering voor de producten en het materiaal ter voorkoming van nosocomiale ziekten, de palliatieve functie en de bijkomende vorming op het vlak van dementie, vanaf de eerste dag van het trimester waarin de instelling voldoet aan de opgelegde voorwaarden (artikelen 10, 11 en 14)