Vertaling van "fluoxétine contre " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

produit contenant de la fluoxétine
product dat fluoxetine bevat

produit contenant seulement de la fluoxétine sous forme orale
product dat enkel fluoxetine in orale vorm bevat

surdose de fluoxétine
overdosis fluoxetine

allergie à la fluoxétine
allergie voor fluoxetine

chlorhydrate de fluoxétine
fluoxetinehydrochloride

produit contenant de la fluoxétine et de l'olanzapine
product dat fluoxetine en olanzapine bevat

produit contenant de la fluoxétine sous forme orale
product dat fluoxetine in orale vorm bevat

intoxication par la fluoxétine
intoxicatie door fluoxetine

barrière contre les piqûres d’organismes aquatiques
barrière tegen beten en/of steken door waterorganismen

vaccin à virus vivant contre les oreillons
bofvaccin

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Dans ces deux études, les modifications absolues moyennes à l'échelle CDRS-R enregistrées à la fin des études par rapport aux valeurs initiales étaient de 20 pour la fluoxétine contre 11 pour le placebo (p = 0,002) et de 22 pour la fluoxétine contre 15 pour le placebo (p < 0,001).
In die twee studies bedroegen de gemiddelde absolute veranderingen van de CDRS-R tussen het begin en het einde 20 met fluoxetine en 11 met de placebo (p = 0,002) en 22 met fluoxetine en 15 met de placebo (p < 0,001).

Les taux de réponse (le critère d'évaluation principal, défini comme une diminution de 30 % du score CDRS-R) ont présenté une différence statistiquement significative dans l'une des deux études pivots (58 % pour la fluoxétine contre 32 % pour le placebo; p = 0,013; et 65 % pour la fluoxétine contre 54 % pour le placebo; p = 0,093).
Er was een statistisch significant verschil in responspercentage (het primaire eindpunt, gedefinieerd als een daling van de CDRS-R-score met 30%) in één van de twee pivotale studies (58% met fluoxetine versus 32% met de placebo, p = 0,013 en 65% met fluoxetine versus 54% met de placebo, p = 0,093).

Par conséquent, la fluoxétine est contre-indiquée en association avec un IMAO non sélectif. De même, un délai d’au moins 5 semaines est nécessaire entre l’arrêt du traitement par la fluoxétine et l’initiation d’un traitement par IMAO.
Daarom is fluoxetine gecontra-indiceerd in combinatie met een niet-selectieve MAOI. Ook hier moeten na het beëindigen van een behandeling met fluoxetine ten minste 5 weken verstrijken voordat met een MAOI kan worden begonnen.

La fluoxétine est donc contre-indiquée en association avec un IMAO non sélectif. Après l’arrêt d’un traitement par fluoxétine, il faut donc également attendre minimum 5 semaines avant de pouvoir instaurer un traitement par IMAO.
Daarom is fluoxetine gecontra-indiceerd in combinatie met een niet-selectieve MAOI. Ook hier moeten na het beëindigen van een behandeling met fluoxetine ten minste 5 weken verstrijken voordat met een MAOI kan worden begonnen.

Pour cette raison, la fluoxétine est contre-indiquée en association avec un IMAO non-sélectif. Ici également un délai de 5 semaines doit être respecté entre l’arrêt du traitement avec la fluoxétine et le début d’un traitement avec un IMAO.
Daarom is fluoxetine gecontra-indiceerd in combinatie met een niet-selectieve MAOI. Ook hier moeten na het beëindigen van een behandeling met fluoxetine tenminste 5 weken verstrijken voordat met een MAOI behandeling kan worden begonnen.

les médicaments psychotropes; les médicaments contre les convulsions; les anti-allergiques; les médicaments contre les champignons (kétoconazole, itraconazole ou autres); les antidépresseurs (sertraline, fluvoxamine, fluoxétine); les inhibiteurs de la sécrétion gastrique (cimétidine); les antidouleurs morphiniques (propoxyphène); les contraceptifs oraux; les antihypertenseurs (diltiazem); les antibiotiques (érythromycine, clarithromycine); les antiviraux utilisés en VIH (ritonavir); les médicaments contre le trouble de la motilité gastro-intestinale (cisapride);
psychotrope geneesmiddelen; geneesmiddelen tegen stuipen; anti-allergica; geneesmiddelen tegen schimmels (ketoconazol, itraconazol of andere); antidepressiva (sertraline, fluvoxamine, fluoxetine); maagzuurremmers (cimetidine); morfineachtige pijnstillers (propoxyfen); orale contraceptiva; antihypertensiva (diltiazem); antibiotica (erytromycine, claritromycine); antivirale middelen tegen HIV (ritonavir); geneesmiddelen tegen maag/darmmotiliteitsstoornissen (cisapride);

néfazodone, fluvoxamine, fluoxétine (médicaments utilisés contre la dépression), propoxyphène (un anti-douleur puissant), sertraline, contraceptifs oraux, diltiazem (médicament contre l'hypertension), antibiotiques de type macrolide tels que l'érythromycine et la clarithromycine, cimétidine (médicament qui diminue la sécrétion acide de l’estomac).
nefazodon, fluvoxamine, fluoxetine (geneesmiddelen tegen depressie), propoxifen (krachtige pijnstiller), sertraline, orale contraceptiva, diltiazem (geneesmiddel tegen verhoogde bloeddruk), macrolide antibiotica zoals erytromycine en clarithromycine, cimetidine (geneesmiddel dat de afscheiding van maagzuur vermindert).