Traduction de «flutter » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

flutter auriculaire
atriumflutter

flutter auriculaire idiopathique du nouveau-né
idiopathische neonatale atriale flutter

flutter auriculaire paroxystique
paroxysmale atriale flutter

flutter | trouble du rythme cardiaque
fladderen | flutter | al te snelle beweging van het hart

Fibrillation et flutter ventriculaires
ventrikelfibrillatie en -flutter

Fibrillation et flutter auriculaires
atriumfibrillatie en -flutter

fibrillation auriculaire et flutter
atriale fibrillatie en flutter

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Fibrillation auriculaire et flutter auriculaire (pour le rhythm control, c.-à-d. remise en rythme sinusal et prévention d'une récidive).
Voorkamerfibrillatie en -flutter (voor rhythm control, d.w.z. herstel van het sinusritme en preventie van herval).

D’autre part, une étude cas-témoins récente n’a pas montré d’augmentation du risque de fibrillation auriculaire ou de flutter avec l’acide alendronique et l’acide étidronique (administrés par voie orale).
Anderzijds toonde een recent patiënt-controle onderzoek geen verhoging van het risico van voorkamerfibrillatie of flutter voor alendroninezuur en etidroninezuur per os.

8 B7 Thrombose veineuse 9 B8 Ponction artérielle 10 B9 Saignement important (+ transfusion) 11 C1 BAV complet soutenu innatendu 12 C2 Tachycardie supraventriculaire soutenue 13 C3 Fibrillation auriculaire soutenue 14 C4 Flutter auriculaire soutenu 15 C5 Tachycardie ventriculaire soutenue 16 C6 Fibrillation ventriculaire 17 D1 Perforation auriculaire 18 D2 Perforation ventriculaire 19 D3 Epanchement péricardique 20 D4 Tamponade 21 D5 Lésion valvulaire cardiaque 22 D6 Dissection sinus coronaire 23 E1 Erreur connection boîtier 24 E2 Déplacement sonde ventriculaire 25 E3 Déplacement sonde auriculaire 26 F1 Hématome important 27 F2 Déhiscence plaie 28 G1 Stimulation diaphragmatique 29 G2 Stimulation phrénique
1 A1 Geen 2 B1 Pneumothorax 3 B2 Hemothorax 4 B3 Thoracaal kanaal letsel 5 B4 Zenuw plexus letsel 6 B5 Luchtembolie 7 B6 Veineuse perforatie 8 B7 Veineuse Thrombose 9 B8 Arteriële punctie 10 B9 Hevige bloeding (+ Transfusie) 11 C1 Compleet onverwacht en sustained Atrioventriculair blok 12 C2 Sustained supraventriculaire Tachycardie 13 C3 Sustained atriale fibrillatie 14 C4 Sustained atriale flutter 15 C5 Sustained ventriculaire tachycardie 16 C6 Ventriculaire fibrillatie 17 D1 Atriale perforatie 18 D2 Ventriculaire perforatie 19 D3 Pericardiale uitstorting 20 D4 Tamponade 21 D5 Valvulair letsel 22 D6 Sinus coronarius dissectie 23 E1 Fout connectie apparaat 24 E2 Verplaatsing ventriculaire elektrode 25 E3 Verplaatsing atriale elektrode 26 F1 Groot hematoma 27 F2 Loslaten wondhechting 28 G1 Stimulatie diafragma 29 G2 Stimulatie phrenicus

Les réactions indésirables sérieuses imputées à TRISENOX étaient un syndrome de différenciation LPA (3), une hyperleucocytose (3), une prolongation de l'intervalle QT (4, dont 1 avec torsade de pointes), une fibrillation/un flutter auriculaire (1), une hyperglycémie (2) et différentes réactions indésirables sérieuses à type d'hémorragies, d'infections, de douleur, de diarrhée et de nausées.
Deze ernstige bijwerkingen toegeschreven aan TRISENOX zijn onder meer APL-differentiatiesyndroom (3), leukocytose (3), verlenging van het QT-interval (4, 1 met “torsade de pointes”), atriumfibrillatie/boezemfladderen (1), hyperglykemie (2) en verscheidene ernstige bijwerkingen die verband houden met bloedingen, infecties, pijn, diarree, misselijkheid.

À partir du 1 er janvier 2010, la prestation pour un examen électrophysiologique (EEF) et le traitement percutané d’un flutter ou d’une fibrillation auriculaire gauche n’est remboursée que dans un établissement hospitalier disposant du programme partiel B3 du programme de soins “pathologie cardiaque B”.
De verstrekking voor electrofysiologisch onderzoek (EFO) en de percutane behandeling van een linker atriale flutter of fibrillatie wordt vanaf 1 januari 2010 enkel vergoed in een verpleeginrichting die tevens beschikt over het deelprogramma B3 van het zorgprogramma “cardiale pathologie”.

Affections cardiaques Fréquentes : Tachycardie, douleur thoracique Rares : Angor, fibrillation auriculaire, flutter auriculaire, gêne thoracique
Hartaandoeningen Vaak: Tachycardie, pijn op de borst Soms: Angina pectoris, atriumfibrillatie, atriumfladderen, borstklachten

Affections cardiaques : Fréquent : angor, arythmies (incluant bloc auriculo-ventriculaire, flutter, extrasystoles, tachycardie, fibrillations auriculaires, bradycardie), palpitations, allongement de l’intervalle QT à l’électrocardiogramme.
Hartaandoeningen: Vaak: angina pectoris, aritmie (inclusief atrioventriculair blok, cardiaal fladderen, extrasystolen, tachycardie, boezemfibrilleren, bradycardie), palpitaties, verlengd QT-interval op elektrocardiogram.

Délibération n° 11/080 du 18 octobre 2011 relative à la communication de données à caractère personnel codées de l’agence inter mutualiste au centre fédéral d’expertise des soins de santé en vue de la réalisation de l’étude « ablation par catheter de la fibrillation ou du flutter auriculaire » (kce 2009-30).
Beraadslaging nr. 11/080 van 18 oktober 2011 betreffende de mededeling van gecodeerde persoonsgegevens door het intermutualistisch agentschap aan het federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg voor het verrichten van de studie «katheterablatie van voorkamerfibrillatie of -flutter» (kce 2009-02-gcp).

Maladie du sinus et de E4 Maladie du sinus - bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E5 Maladie du sinus - brady/tachy E l'oreillette Maladie du sinus et de E6 FA/flutter chronique + bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E7 Bloc interauriculaire E l'oreillette Maladie du sinus et de E8 Insuffisance chronotrope E l'oreillette F Tachycardie auriculaire F1 Tachycardie atriale F Tachycardie auriculaire F2 Tachycardie réciproque F Tachycardie auriculaire F3 Tachycardie AV nodale G Tachycardie ventriculaire G1 Extrasystoles ventriculaire G Tachycardie ventriculaire G2 TV/FV non soutenue G Tachycardie ventriculaire G3 TV/FV soutenue G Tachycardie ventriculaire G4 Torsade de pointe
E Sinoatriale ziekte E6 Voorkamerflutter/VKF met bradycardie E Sinoatriale ziekte E7 Interatriaal blok E Sinoatriale ziekte E8 Chronotrope insufficiëntie F Atriale tachycardie F1 Atriale tachycardie F Atriale tachycardie F2 Pre-excitatie F Atriale tachycardie F3 Nodale AV tachycardie G Ventriculaire tachycardie G1 Ventriculaire extrasystolen G Ventriculaire tachycardie G2 Nonsustained Ventrikeltachycardie G Ventriculaire tachycardie G3 Sustained VT of VT G Ventriculaire tachycardie G4 Torsade de pointe

Si, par contre, on observe un circuit de réentrée électrique au sein des oreillettes, il s’agit alors de flutter auriculaire .
Als we daarentegen een elektrisch re-entrycircuit vaststellen binnen de atria (‘voorkamers’), gaat het om atriale flutter .