Le législateur a ainsi admis le point de vue des organismes assureurs estimant qu’ “il faudrait pouvoir, comme en système [de] tiers payant, exiger le remboursement par le prestataire fautif ou négligent et que les sommes qui s’avèrent irrécouvrables ne viennent pas alourdir leurs frais d’administration” (Doc. parl., Ch., 1975-1976, n° 877/1, p. 3).
De wetgever heeft zo het standpunt aanvaard van de verzekeringsinstellingen die oordeelden “dat men net als in de derdebetalersregeling de terugbetaling zou moeten kunnen vorderen van de verzorgingsverstrekker die fout of nalatig is geweest en dat bedragen die niet terugvorderbaar blijken te zijn, niet bij hun administratiekosten zouden mogen komen” (Parl. St., Kamer, 1975-1976, nr. 877/1, p. 3).