La gynécomastie peut ne pas disparaître spontanément après l’arrêt de la thérapie, en particulier après un traitement prolongé (≤1/10 000), fréquence indéterminée (ne peut être estimée sur la base des données disponibles).
Het kan zijn dat de gynaecomastie niet spontaan verdwijnt na beëindiging van de therapie, vooral na een langdurige behandeling (≤1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).