2) Insuffisances hépatiques aiguës, chroniques et fulminantes En théorie, ces indications sont idéales: l’administration d’hépatocytes (congelés ou non) peut permettre un rétablissement du foie malade ou la survie du patient jusqu’à ce qu’un organe adéquat pour la transplantation soit trouvé.
2) Acuut/ chronisch /fulminant leverfalen In theorie zijn deze indicaties ideaal: door het toedienen van (al dan niet ingevroren) hepatocyten kan de zieke lever herstellen of kan de patiënt overleven tot er een geschikt orgaan voor transplantatie gevonden wordt.