La réponse au traitement par le fumarate de ténofovir disoproxil était comparable chez les patients naïfs de traitement par un nucléos(t)ide (n = 20) et chez les patients prétraités par un nucléos(t)ide (n = 32), y compris les patients résistants à la lamivudine (n = 6).
Patiënten mochten niet eerder zijn behandeld met tenofovirdisoproxilfumaraat, maar konden een behandeling op basis van interferon hebben ontvangen (> 6 maanden vóór de screening) of een andere orale anti-HBV nucleosiden- /nucleotidenbehandeling zonder tenofovirdisoproxilfumaraat (> 16 weken vóór de screening). In week 72 had in totaal 88% (46/52) van de patiënten in de behandelingsgroep met tenofovirdisoproxilfumaraat en 0% (0/54) van de patiënten in de placebogroep HBV DNA < 400 kopieën/ml.