Traduction de «g j – morbi-mortalité » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

les affections maternelles mentionnées, seulement si elles sont précisées comme étant la cause de mortalité ou de morbidité du fœtus ou du nouveau-né
de vermelde aandoeningen van moeder alleen als ze gespecificeerd zijn als oorzaak van mortaliteit of morbiditeit van foetus of pasgeborene

Causes externes de morbidité et de mortalité
Uitwendige oorzaken van ziekte en sterfte (V01-Y98)

Séquelles de causes externes de morbidité et de mortalité
late gevolgen van uitwendige oorzaken van ziekte en sterfte

Facteurs supplémentaires se rapportant aux causes de morbidité et de mortalité classées ailleurs
aanvullende factoren verband houdend met oorzaken van ziekte en sterfte, elders geclassificeerd

Autres causes de mortalité mal définies et non précisées
overige slecht omschreven en niet-gespecificeerde oorzaken van sterfte

Cause inconnue de mortalité Décès SAI
dood NNO | onbekende oorzaak van sterfte

les états mentionnés, sans autre précision, comme cause de mortalité, de morbidité ou de soins supplémentaires du nouveau-né
deze aandoeningen zonder verdere specificatie als oorzaak van mortaliteit, morbiditeit of extra zorg bij pasgeborene

les états mentionnés, sans autre précision, comme cause de mortalité, de morbidité ou de soins supplémentaires du fœtus ou du nouveau-né
deze aandoeningen, zonder verdere specificatie als oorzaak van mortaliteit, morbiditeit of extra zorg bij foetus of pasgeborene

Causes de mortalité mal définies et inconnues
onvolledig omschreven en onbekende oorzaken van sterfte

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

En même temps qu’apparaissaient les données sur la morbi-mortalité liée au TRALI, plusieurs travaux épidémiologiques et physiopathologiques ont fait progresser les connaissances sur les mécanismes et les facteurs déclenchant du syndrome.
Tegelijkertijd met het verschijnen van data over de met TRALI-geassocieerde morbiditeit en mortaliteit, hebben verscheidene epidemiologische en fysiopathologische studies de kennis over de mechanismen en aanleidingfactoren van dit syndroom, vergroot.

Efficacité – Pas de données spécifiques en prévention primaire – Pas de données en morbi-mortalité – Monothérapie ou bithérapie (+statine) – Population mixte : ↘ LDL – Etudes de courte durée
Werkzaamheid – Geen gegevens specifiek in primaire preventie – Geen gegevens over morbi-mortaliteit – Monotherapie of combinatietherapie (+statine) – gemengde populatie: ↘ LDL – Kortdurende studies

Au contraire des autres formes d’ALI, caractérisées par une morbi-mortalité importante, 80 % des patients présentant un TRALI vont voir leurs symptômes s’amender dans les 48 à 96 heures suivant l’agression initiale et ce, pour autant qu’ils aient bénéficié d’un support respiratoire adéquat.
In tegenstelling tot de andere vormen van ALI die gekenmerkt zijn door een belangrijke morbiditeit en mortaliteit, vertonen 80 % van de TRALI-patiënten een afzwakken van hun symptomen 48 tot 96 uur volgend op de initiële agressie voor zover ze van adequate beademing genoten.

– Morbi-mortalité CV : pas d’effet démontré
– CV morbi-mortaliteit : geen effect aangetoond

Efficacité – Population hétérogène et non-clairement définie – Pas de données spécifiques en prévention primaire – Pas de données en morbi-mortalité – ↘ LDL, dose-dépendante, plus importante si LDL départ plus élevé
Werkzaamheid – Heterogene, onduidelijk afgelijnde populatie – Geen gegevens specifiek in primaire preventie – Geen gegevens over morbi-mortaliteit – ↘ LDL, dosisafhankelijk, grotere daling indien hogere aanvangs-LDL

Cet indicateur est composé de deux sous-indicateurs, à savoir la ‘mortalité hospitalière dans les APR-DRG de faible mortalité (adultes)’ (n = 15) et la ‘mortalité hospitalière dans les APR-DRG de faible mortalité (enfants)’ (n = 3).
Deze indicator bestaat uit 2 deelindicatoren met name ‘ziekenhuissterfte in APR-DRG’s met lage mortaliteit (volwassenen)’ (n = 15) en ‘ziekenhuissterfte in APR-DRG’s met lage mortaliteit (kinderen)’ (n = 3)

Mortalité Défaillance polyviscérale Infections nosocomiales Durée d’hospitalisation Défaillance polyviscérale Mortalité Défaillance polyviscérale Mortalité
Mortaliteit Multi-orgaanfalen Nosocomiale infecties Hospitalisatieduur Multi-orgaanfalen Mortaliteit

Mortalité hospitalière dans les APR-DRG 18 5,96 % de faible mortalité
Ziekenhuissterfte in APR-DRG’s met lage 18 5,96 % mortaliteit

Les PSI ‘Ulcère de décubitus’ (13 %), ‘septicémie postopératoire’ (8 %), ‘failure to rescue’ (7 %), ‘infections liées aux soins’ (6 %) et ‘mortalité hospitalière dans les APR-DRG de faible mortalité’ (6 %) sont les cinq indicateurs les plus fréquemment cités (voir tableau 4).
De PSI ‘decubitus ulcus’ (13 %), ‘postoperatieve sepsis’ (8 %), ‘failure to rescue’ (7 %), ‘infecties als gevolg van zorg’ (6 %) en ‘ziekenhuissterfte in APR-DRG’s met lage mortaliteit’ (6 %) zijn de 5 frequentst uitgekozen indicatoren (zie tabel 4).

9 Les 5 % d'accroissement de mortalité rapportés par ces auteurs ne suivent pas une relation dose-réponsela mortalité parmi les patients ayant reçu le moins
9 De 5 % mortaliteitstoename vermeld door deze auteurs volgt geen dosis/respons-relatie: de mortaliteit onder de patiënten die het kleinste aantal oudste