Vertaling van "glucuroconjugués est excrétée " (Frans → Nederlands) :

La majorité d'une dose de raloxifène et des métabolites glucuroconjugués est excrétée dans les 5 jours et se retrouve essentiellement dans les fèces, moins de 6 % étant excrétés dans l’urine.
Het merendeel van een dosis raloxifene en glucuronide-metabolieten wordt binnen 5 dagen uitgescheiden, en hoofdzakelijk teruggevonden in de faeces, met minder dan 6 % uitgescheiden in de urine.

Excrétion. La majorité d'une dose de raloxifène et des métabolites glucuroconjugués est excrétée dans les 5 jours et se retrouve essentiellement dans les fèces, moins de 6 % étant excrétés dans l’urine.
Het merendeel van een dosis raloxifeen en glucuronidemetabolieten wordt binnen 5 dagen uitgescheiden en hoofdzakelijk teruggevonden in de feces, met minder dan 6 % uitgescheiden in de urine.

Biotransformation : Cinquante pour cent de la dose de bézafibrate administrée est excrétée sous forme inchangée dans les urines et 20% est excrétée sous forme de glucuroconjugués.
Metabolisme: Vijftig percent van de toegediende dosis van bezafibraat wordt in onveranderde vorm in de urine teruggevonden en 20% in de vorm van glucuroniden.

Dans les urines, environ 20% de la radioactivité est excrétée sous forme d'un dérivé acyle glucuroconjugué d’éprosartan, le reste (80%) se retrouve sous forme inchangée.
In de urine was ongeveer 20% van de uitgescheiden radioactiviteit een acylglucuronide van eprosartan en de overige 80% was ongewijzigd eprosartan.

Biotransformation La moxifloxacine subit une biotransformation de Phase II et est excrétée par les voies rénale et biliaire/fécale à l’état inchangé mais également sous la forme de deux métabolites, l’un sulfoconjugué (M1) et l’autre glucuroconjugué (M2).
Biotransformatie Moxifloxacine ondergaat fase-II-biotransformatie en wordt onveranderd of in de vorm van een sulfo-verbinding (M1) of een glucuronide (M2) uitgescheiden via de nieren en (biliair) via de feces.

Après administration orale d'une dose de 100 mg de sorafénib en solution, 96 % de la dose a été éliminée en 14 jours ; 77 % de la dose étant excrétée dans les fèces et 19 % dans l'urine sous forme de métabolites glucuroconjugués.
Na orale toediening van een 100 mg dosis van een sorafeniboplossing werd 96 % van de dosis teruggevonden binnen 14 dagen, waarbij 77 % van de dosis werd uitgescheiden in de faeces en 19 % van de dosis in de urine als geglucuronideerde metabolieten.

Le composé 5’-glucuroconjugué de la zidovudine est le principal métabolite retrouvé au niveau plasmatique et urinaire. Il représente environ 50 à 80 % de la dose administrée et excrétée par voie rénale.
Het 5'-glucuronide van zidovudine is de belangrijkste metaboliet in zowel plasma als in urine en bedraagt ongeveer 50 tot 80% van de toegediende dosis, die renaal uitgescheiden wordt.

Biotransformation La moxifloxacine subit une biotransformation de Phase II et est excrétée par les voies rénale (approximativement 40 %) et biliaire/fécale (approximativement 60%) à l’état inchangé mais également sous la forme de deux métabolites, l’un sulfoconjugué (M1) et l’autre glucuroconjugué (M2).
Biotransformatie Moxifloxacine ondergaat fase-II-biotransformatie en wordt onveranderd of in de vorm van een sulfo-verbinding (M1) of een glucuronide (M2) uitgescheiden via de nieren (ongeveer 40%) en (biliair) via de feces (ongeveer 60%).