Si un bénéficiaire de la convention effectue manifestement moins de mesures de glycémie que prévues dans le programme qui lui a été prescrit, sans qu’il n’y ait d’explications temporaires et raisonnables de la différence constatée, le médecin prescripteur est censé lui prescrire un programme plus adapté (comme stipulé à l’article 8, § 1 er ).
Indien een rechthebbende van de overeenkomst, zonder dat er hiervoor tijdelijke en aanvaardbare redenen zijn, manifest minder glycemiemetingen verricht dan het aan die rechthebbende voorgeschreven programma voorziet, wordt van de voorschrijvende geneesheer (zoals die omschreven is in artikel 8 § 1) verwacht dat hij een meer aangepast programma voorschrijft aan de betrokken rechthebbende.