Les méthodes de réduction des pathogènes sont considérées comme très valables afin de contrer et de diminuer le risque de transmission d’un grand nombre d’agents pathogènes (CSS, 2008; Segatchian, 2008; Klein & Bryant, 2009; AuBuchon, 2010; AuBuchon, 2011; Cazenave, 2011; CSS, 2011b).
al., 2010). De actuele PRT-methoden reduceren naast bacteriën, virussen, schimmels en parasieten, ook intracellulaire pathogene agentia en leukocyten, wat bijkomende veiligheidsvoordelen met zich meebrengt vergelijkbaar met deleukocytering en bestraling van bloedplaatjesconcentraten (Stramer et al., 2009; Cazenave, 2011).