Vertaling van "hbc ag dans " (Frans → Nederlands) :

Chez les patients à risque (risque élevé de réinfection: statut de réplication virale élevé, c’est-à-dire sérum testé positif pour l’Antigène HBe et/ou HBV-DNA, détection HBc-Ag dans la biopsie du foie) le taux sérique protecteur recommandé est supérieur à 500 mU.I. /ml.
Bij risicopatiënten (hoog risico op herinfectie : hoge replicatieve virale status d.w.z. HBe Antigeen en/of HBV-DNA positief serum, HBc Ag-detectie in leverbiopsie) ligt de aanbevolen protectieve serumspiegel boven 500 mI. E./ml.

Chez les patients à risque (risque élevé de réinfection: statut de réplication virale élevé, c’est-à-dire sérum testé positif pour l’Antigène HBe et/ou HBV-DNA, détection HBc Ag dans la biopsie du foie) le taux sérique protecteur recommandé est supérieur à 500 mU.I. /ml.
Bij risicopatiënten (hoog risico op herinfectie: hoge replicatieve virale status d.w.z. HBe Antigeen en/of HBV-DNA positief serum, HBc Ag-detectie in leverbiopsie) ligt de aanbevolen protectieve serumspiegel boven 500 mI. E./ml.

De nombreux centres utilisent un test ELISA pour le dosage des Ag du VIH/Ac anti-HIV, Ag HBs, Ac anti-HBc, Ac anti-HBs, Ag HBe, Ac anti-HBe et Ac anti-HCV. La première génération de tests ELISA utilisait le lysat de cellules infectées par le virus comme Ag.
Voor HIV Ag/As, HBs Ag, anti-HBc As, anti-HBs As, HBe Ag, anti- HBe As, en anti-HCV As wordt in vele centra een ELISA gebruikt. In de eerste generatie-ELISA tests werd het lysaat van viraal geïnfecteerde cellen als antigeen gebruikt.

4.3.2. HBV L’Ag de surface de l’hépatite B (HBsAg) est le marqueur sérologique de l’infection par le HBV. Des Ac contre l’Ag nucléocapsidique (Ac anti-HBc) apparaissent dans le sérum 1 à 2 semaines après l’apparition des HBsAg et précèdent de plusieurs semaines ou mois l’apparition d’Ac contre l’Ag de surface (Ac anti-HBs) (Chung et al., 2001).
4.3.2 43BHBV Hepatitis B surface antigen (HBsAg) is de serologische merker voor overdraagbare hepatitis B infectie. As tegen het core Ag (anti-HBc As) zijn aanwezig in het serum 1-2 weken na verschijnen van HBsAg en gaan het verschijnen van As tegen het oppervlakte Ag (anti-HBs As) weken of maanden vooraf (Chung et al.,2001).

3. anti-HBc: si le test HBs Ag est négatif et l’anti-HBc est positif, il est procédé à une
3. anti-HBc: als de HBs Ag test negatief is en de anti-HBc positief wordt een anti-HBs bepaald. Is

Anti-HBc: si le test HBs Ag est négatif et que l’anti-HBc est positif, il est préférable de réaliser un
Anti-HBc: als de HBs Ag test negatief is en de anti-HBc positief, wordt een anti-HBs bepaald. Is

2.2.1. Ag HBs et/ou anti-HBc est/sont positif(s) : diriger vers le secteur curatif pour une nouvelle mise au point diagnostique et éventuellement thérapeutique (hors intervention du FMP).
2.2.1. HBsAg en/of anti-HBc is / zijn positief: verwijzing naar curatieve sector voor verdere diagnostische en eventueel therapeutische oppuntstelling (buiten de tegemoetkoming van het FBZ).

2.2. Anti-HBs < 10 mUI / ml : déterminer les Ag HBs et anticorps anti-HBc (en dehors de l’intervention du FMP).
2.2.Anti-HBs < 10 mIU / ml: bepaal HBsAg en anti-HBc (buiten de tegemoetkoming van het FBZ).

1.2. Anticorps anti-HBs < 10 mUI/ml : déterminer les Ag HBs et anticorps anti-HBc (en dehors de l’intervention du FMP).
1.2. Anti-HBs Asn < 10 mIU/ml: bepaal HBs Ag en anti-HBc (buiten de tegemoetkoming van het FBZ).