Vertaling van "heures clairance systémique " (Frans → Nederlands) :

Demi-vie du clofarabine triphosphate > 24 heures Clairance systémique 28,8 l/h/m 2 Clairance rénale 10,8 l/h/m 2 Dose éliminée par les urines 57 %
Halfwaardetijd van > 24 uur clofarabinetrifosfaat Systemische klaring 28,8 l/u/m 2 Nierklaring 10,8 l/u/m 2 In urine uitgescheiden dosis 57%

Chez les patients atteints d‘une insuffisance rénale modérée (clairance de la créatinine comprise entre 15 et 60 ml/min), la clairance systémique et le volume de distribution sont réduits, ce qui donne lieu à une augmentation légère mais cliniquement non significative du temps de demi-vie d’élimination (5,4 heures).
Patiënten met nierinsufficiëntie Bij patiënten met een matig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring 15-60 ml/min) zijn zowel de systemische klaring als het distributievolume verlaagd, wat leidt tot een lichte maar klinisch niet-significante verlenging van de eliminatiehalfwaardetijd (5,4 uur).

Patients souffrant d’insuffisance rénale Chez les patients atteints d‘une insuffisance rénale modérée (clairance de la créatinine comprise entre 15 et 60 ml/min), la clairance systémique et le volume de distribution sont réduits, ce qui donne lieu à une augmentation légère mais cliniquement non significative du temps de demi-vie d’élimination (5,4 heures).
Patiënten met nierinsufficiëntie Bij patiënten met een matig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring 15-60 ml/min) zijn zowel de systemische klaring als het distributievolume verlaagd, wat leidt tot een lichte maar klinisch niet-significante verlenging van de eliminatiehalfwaardetijd (5,4 uur).

Insuffisance rénale Chez les patients atteints d‘insuffisance rénale (clairance de la créatinine comprise entre 15 et 60 ml/min), la clairance systémique et le volume de distribution diminuent après une administration IV d’ondansétron, donnant lieu à une augmentation légère mais cliniquement non significative du temps de demi-vie d’élimination (5,4 heures).
Nierfunctiestoornissen Bij patiënten met nierfunctiestoornissen (creatinineklaring van 15 tot 60 ml/min) zijn, na intraveneuze toediening van ondansetron, zowel de systemische klaring als het distributievolume gedaald. Dit resulteert in een lichte, maar klinisch niet significante stijging van de eliminatiehalfwaardetijd (5.4 uur).

Chez les patients atteints d’insuffisance rénale (clairance de la créatinine de 15-60 ml/min), on observe une diminution à la fois de la clairance systémique et du volume de distribution après une administration IV d’ondansétron, entraînant une augmentation légère, mais non cliniquement significative, de la demi-vie d’élimination (5,4 heures).
Bij patiënten met nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15-60 ml/min) zijn de systemische klaring en het distributievolume verminderd na iv toediening van ondansetron, wat resulteert in een lichte, maar klinisch onbeduidende stijging van de eliminatiehalfwaardetijd (5,4 uur).

Chez l’homme, la clairance systémique du peginterféron alfa-2a est environ 100 fois inférieure à celle de l’interféron alfa-2a natif. Après administration intraveineuse, la demi-vie terminale du peginterféron alfa-2a chez le volontaire sain est d’environ 60 à 80 heures, alors qu’elle n’est que de 3 à 4 heures pour l’interféron standard.
van peginterferon alfa-2a bij gezonde vrijwilligers ongeveer 60 tot 80 uur terwijl die voor standaardinterferon 3-4 uur bedraagt.

La clairance systémique de la solifénacine est d’environ 9,5 l/h, et la demivie terminale de la solifénacine est de 45 à 68 heures.
De systemische klaring van solifenacine is ongeveer 9,5 l/uur en de terminale halfwaardetijd is 45 – 68 uur.