Vertaling van "hypophyse " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

entière hypophyse nasopharyngée
volledige nasofaryngeale hypofyse

Hypophyse
hypofyse

hypophyse nasopharyngée
nasofaryngeale hypofyse

hypophyse
hypofyse

oxytocique | relatif à l'oxytocine (hormone de l'hypophyse)
oxytocisch | wat de bevalling bespoedigt

hypophysaire | relatif à l'hypophyse (= glande endocrine)
hypofysair | met betrekking tot het hersenaanhangsel

Hypersécrétion de l'hypophyse
hyperfunctie van hypofyse

adénome de la glande hypophyse
hypofyseadenoom

duplication de l'hypophyse
duplicatie van hypofyse

Autres hypersécrétions de l'hypophyse
overige gespecificeerde vormen van hyperfunctie van hypofyse

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Une administration de longue durée entraîne une désensibilisation de l’hypophyse aux effets de la GnRH, entrainant la suppression de la sécrétion de LH et de FSH par l’hypophyse.
Langdurige toediening resulteert in een afname van de gevoeligheid van de hypofyse voor de effecten van GnRH resulterend in een onderdrukking van LH en FSH secretie door de hypofyse.

ayant une action agoniste ou antagoniste du LHRH agissant sur l'hypophyse
die een LHRH agonistische of antagonistische werking vertonen welke op de hypofyse inwerkt

15.6.2005" (en vigueur 1.7.2005) " 459395 459406 Examen d'IRM de la tête (crâne, encéphale, rocher, hypophyse, sinus, orbite(s) ou articulations de la mâchoire), minimum 3 séquences avec ou sans contraste, avec enregistrement soit sur support optique, soit électromagnétique N 180
15.6.2005" (in werking 1.7.2005) " 459395 459406 NMR-onderzoek van het hoofd (schedel, hersenen, rotsbeen, hypofyse, sinussen, orbita(e) of kaakgewrichten), minstens drie sequenties, met of zonder contrast, met registratie op optische of elektromagnetische drager N 180

DE LA BETALACTAMASE INCLU 0,7% 16 0,0% 15 0,6% 27 27 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,7% 15 0,0% 5 0,2% 56 28 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,7% 15 0,2% 40 1,6% 16 29 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,6% 14 0,0% 85 3,2% 9 30 J01FF LINCOSANIDES 0,6% 14 0,2% 3 0,1% 75 31 L03AB INTERFERONS 0,6% 14 0,0% 1 0,0% 104 32 J01CF PENICILLINES RESISTANTES AUX BETA-LACTAMASES 0,6% 13 0,4% 4 0,1% 66 33 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 0,6% 13 0,0% 3 0,1% 70 34 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,5% 12 0,0% 23 0,9% 23 35 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,5% 12 0,1% 7 0,3% 46 36 H01AA CORTICOTROPHINE (ACTH) 0,5% 11 9,4% 5 0,2% 54 37 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,5% 10 0,1% 1 0,0% 130 38 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,4% 9 0,0% 11 0,4% 35 39 J07BH VACCINS DE LA DIARRHEE A ROTAVIRUS 0,4% 8 0,1% 0 0,0% 179 40 N07XX AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,4% 8 0,5% 1 0,0% 120 41 H01AX AUTRES HORMONES DE L'HYPOPHYSE ANTERIEURE ET ANALOGUES 0,3% 7 0,4% 0 0,0% 192 42 M05BA BIPHOSPHONATES 0,3% 7 0,0% 8 0,3% 43 43 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,3% 6 0,0% 4 0,2% 59 44 M01AH COXIBS 0,3% 6 0,1% 6 0,2% 50 45 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,3% 6 0,0% 3 0,1% 76 TOTAL 90,0% 2.007 - 2.204 84,7% -
LUCH 0,8% 17 0,0% 12 0,5% 31 21 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 0,7% 17 0,0% 51 2,0% 14 22 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 0,7% 16 0,0% 43 1,6% 15 23 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE 0,7% 16 0,8% 39 1,5% 18 24 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 0,7% 16 0,0% 73 2,8% 10 25 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 0,7% 16 0,3% 19 0,7% 24 26 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE 0,7% 16 0,0% 15 0,6% 27 27 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,7% 15 0,0% 5 0,2% 56 28 N06AA NIET-SELECTIEVE MONOAMINE-HEROPNAMEREMMERS 0,7% 15 0,2% 40 1,6% 16 29 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,6% 14 0,0% 85 3,2% 9 30 J01FF LINCOSAMIDEN 0,6% 14 0,2% 3 0,1% 75 31 L03AB INTERFERONEN 0,6% 14 0,0% 1 0,0% 104 32 J01CF BETALACTAMASE-RESISTENTE PENICILLINES 0,6% 13 0,4% 4 0,1% 66 33 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 0,6% 13 0,0% 3 0,1% 70 34 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 0,5% 12 0,0% 23 0,9% 23 35 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,5% 12 0,1% 7 0,3% 46 36 H01AA CORTICOTROFINE (ACTH) 0,5% 11 9,4% 5 0,2% 54 37 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,5% 10 0,1% 1 0,0% 130 38 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,4% 9 0,0% 11 0,4% 35 39 J07BH ROTAVIRUSDIARREEVACCINS 0,4% 8 0,1% 0 0,0% 179 40 N07XX OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,4% 8 0,5% 1 0,0% 120 41 H01AX OVERIGE HYPOFYSEVOORKWAB HORMONEN EN ANALOGEN 0,3% 7 0,4% 0 0,0% 192 42 M05BA BISFOSFONATEN 0,3% 7 0,0% 8 0,3% 43 43 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,3% 6 0,0% 4 0,2% 59 44 M01AH COXIBS 0,3% 6 0,1% 6 0,2% 50 45 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 0,3% 6 0,0% 3 0,1% 76 TOTAAL 90,0% 2.007 - 2.204 84,7% -

L’acromégalie est provoquée par une production excessive d’hormone de croissance par l’hypophyse, une glande située à la base du cerveau, généralement du fait d’une tumeur bénigne (non cancéreuse).
Acromegalie treedt op wanneer de hypofyse aan de basis van de hersenen te veel groeihormoon aanmaakt, doorgaans ten gevolge van een goedaardige tumor (geen kanker).

SOMAVERT est utilisé dans le traitement des patients atteints d’acromégalie (un trouble hormonal rare qui survient généralement chez les adultes d’âge moyen, du fait de la production excessive d’hormone de croissance par l’hypophyse).
SOMAVERT wordt gebruikt voor het behandelen van patiënten met acromegalie (een zeldzame hormonale stoornis die gewoonlijk optreedt bij volwassenen van middelbare leeftijd en die veroorzaakt wordt doordat de hypofyse teveel groeihormoon aanmaakt).

Les concentrations dans les tissus sont généralement similaires ou plus importantes que les concentrations plasmatiques. La plus forte concentration se trouve dans les organes excrétoires (foie, reins et tractus gastrointestinal) et certains tissus ayant une fonction glandulaire (glandes lacrimales, salivaires, muqueuses, hypophyse et thyroïde).
De concentraties in weefsel zijn gewoonlijk gelijk aan of groter dan concentraties in plasma, met de grootste concentratie in excretieorganen (lever, nier en het maagdarmkanaal) en in een deel van het weefsel met een endocriene werking (traanklieren, speekselklieren, slijmvliezen, hypofyse en schildklier).

La maladie de Cushing est due à une tumeur de l’hypophyse (une glande située à la base du cerveau),
De ziekte van Cushing wordt veroorzaakt door een tumor van de hypofyse (een klier aan de onderkant

La maladie de Cushing est due à une hypertrophie (tumeur bénigne) de l’hypophyse (glande à la base du cerveau) appelée adénome hypophysaire.
De ziekte van Cushing wordt veroorzaakt door een vergroting van de hypofyse (een klier aan de onderkant van de hersenen) die een hypofyseadenoom wordt genoemd.

L’azagly-nafaréline, un agoniste de la GnRH, a des effets biphasiques sur l’hypophyse quand elle est administrée en continu.
Azagly-nafareline, een GnRH agonist, heeft bifasische effecten op de hypofyse als het continu wordt toegediend.