Vertaling van "imparfaite sévère chez " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

syndrome d'ostéogenèse imparfaite-rétinopathie-épilepsie-déficience intellectuelle
osteogenesis imperfecta, retinopathie, epileptische aanvallen, intellectuele achterstand-syndroom

syndrome de dentinogenèse imparfaite-petite taille-surdité-déficience intellectuelle
dentinogenesis imperfecta, kleine gestalte, gehoorverlies, intellectuele achterstand

syndrome d'amélogénèse imparfaite-hyperplasie gingivale
amelogenesis imperfecta, gingivale hyperplasie-syndroom

syndrome de trichodysplasie-amélogenèse imparfaite
trichodysplasie, amelogenesis imperfecta

ostéogenèse imparfaite type 1
syndroom van Adair-Dighton

amélogenèse imparfaite
amelogenesis imperfecta

ostéogenèse imparfaite
osteogenesis imperfecta

syndrome d'Ehlers-Danlos/ostéogenèse imparfaite
Ehlers-Danlos/osteogenesis imperfecta-syndroom

ostéogenèse imparfaite type 2
osteogenesis imperfecta type 2

ostéogenèse imparfaite type 3
osteogenesis imperfecta type 3

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Enfants Résultats des études cliniques dans le traitement de l’ostéogénèse imparfaite sévère chez les enfants âgés de 1 à 17 ans Les effets de l’acide zolédronique administré par voie intraveineuse chez l’enfant (âgé de 1 à 17 ans) atteint d’ostéogénèse imparfaite sévère (types I, III, et IV) ont été comparés avec le pamidronate administré par voie intraveineuse dans une étude internationale, multicentrique, randomisée et en ouvert avec respectivement 74 et 76 patients dans chaque groupe de traitement.
Pediatrische patiënten Resultaten van klinische studies voor de behandeling van ernstige osteogenesis imperfecta bij pediatrische patiënten van 1 tot 17 jaar De effecten van intraveneus zoledroninezuur bij de behandeling van pediatrische patiënten (1 tot 17 jaar oud) met ernstige osteogenesis imperfecta (type I, III en IV) werden vergeleken met intraveneus pamidronaat in één internationale, multi-centrische, gerandomiseerde open-label studie met respectievelijk 74 en 76 patiënten in elke behandelinggroep.

Population pédiatrique Résultats des études cliniques dans le traitement de l’ostéogénèse imparfaite sévère chez des patients pédiatriques âgés de 1 à 17 ans Les effets de l’acide zolédronique administré par voie intraveineuse lors du traitement de patients pédiatriques (âgés de 1 à 17 ans) atteints d’ostéogénèse imparfaite sévère (types I, III et IV) ont été comparés avec le pamidronate intraveineux dans une étude internationale, multicentrique, randomisée, ouverte, comptant respectivement 74 et 76 patients dans chaque groupe de traitement.
Pediatrische populatie Resultaten van klinische studies bij de behandeling van ernstige osteogenesis imperfecta bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 1 tot 17 jaar De effecten van zoledroninezuur intraveneus bij de behandeling van pediatrische patiënten (leeftijd 1 tot 17 jaar) met een ernstige osteogenesis imperfecta (type I, III en IV) werden vergeleken met die van pamidronaat intraveneus in één internationale, multicentrische, gerandomiseerde, open studie met respectievelijk 74 en 76 patiënten in elke behandelingsgroep.

Population pédiatrique Résultats des études cliniques dans le traitement de l’osteogénèse imparfaite sévère chez les enfants et adolescents âgés de 1 à 17 ans Les effets de l’acide zolédronique administré par voie intraveineuse chez des enfants et adolescents (âgés de 1 à 17 ans) atteints d’ostéogénèse imparfaite sévère (types I, III, et IV) ont été comparés avec le pamidronate administré par voie intraveineuse dans une étude internationale, multicentrique, randomisée et en ouvert avec respectivement 74 et 76 patients dans chaque groupe de traitement.
Pediatrische patiënten Resultaten van klinische studies voor de behandeling van ernstige osteogenesis imperfecta bij pediatrische patiënten van 1 tot 17 jaar De effecten van intraveneus zoledroninezuur bij de behandeling van pediatrische patiënten (1 tot 17 jaar oud) met ernstige osteogenesis imperfecta (type I, III en IV) werden vergeleken met intraveneus pamidronaat in één internationale, multi-centrische, gerandomiseerde open-label studie met respectievelijk 74 en 76 patiënten in elke behandelinggroep.

Populations particulières Population pédiatrique Les données limitées de pharmacocinétique chez l’enfant atteint d’ostéogénèse imparfaite sévère suggèrent que la pharmacocinétique de l’acide zolédronique chez les enfants et adolescents âgés de 3 à 17 ans est identique à celle de l’adulte à des taux similaires en mg/kg.
Speciale populaties Pediatrische patiënten Beperkte farmacokinetische gegevens bij kinderen met ernstige osteogenesis imperfecta wijzen erop dat de farmacokinetiek van zoledroninezuur bij kinderen van 3 tot 17 jaar vergelijkbaar is met die bij volwassenen bij een vergelijkbare dosis in mg/kg.

L’interprétation du risque de fracture est compromise par le fait que les fractures sont des événements indésirables fréquents chez les patients atteints d’ostéogenèse imparfaite sévère, du fait de la maladie.
De interpretatie van het risico op breuken is niet eenduidig omdat bij patiënten met ernstige osteogenesis imperfecta breuken vaak voorkomen als gevolg van het ziekteproces.

Chez l’enfant atteint d’ostéogenèse imparfaite sévère, l’acide zolédronique semble être associé à des risques plus prononcés de réaction aiguë, d’hypocalcémie ou de tachycardie inexpliquée, en comparaison au pamidronate, mais cette différence diminue après plusieurs perfusions.
Bij pediatrische patiënten met ernstige osteogenesis imperfecta lijkt zoledroninezuur, in vergelijking met pamidronaat, geassocieerd te zijn met een meer uitgesproken risico op acutefasereactie, hypocalciëmie en onverklaarde tachycardie.

Des fractures des os longs des extrémités inférieurs ont été rapportés chez approximativement 24 % (fémur) et 14 % (tibia) des patients traités par l’acide zolédronique contre 12 % et 5 % des patients traités par le pamidronate atteints d’ostéogenèse imparfaite sévère, sans tenir compte du type de maladie et de la causalité mais l’incidence moyenne des fractures était comparable chez les patients traités par l’acide zolédronique et chez ceux traités par le pamidronate : 43 % (32/74) contre 41 % (31/76).
Breuken van de lange beenderen in de onderste ledematen werden als bijwerking gemeld bij ongeveer 24% (femur) en 14% (tibia) van de met zoledroninezuur behandelde patiënten versus 12% en 5% van de met pamidronaat behandelde patiënten met ernstige osteogenesis imperfecta, onafhankelijk van het type van de aandoening en het oorzakelijke verband. De totale incidentie van breuken was echter vergelijkbaar voor de patiënten behandeld met zoledroninezuur of met pamidronaat: 43% (32/74) versus 41% (31/76).