Les patients doivent recevoir pour instruction d’arrêter le traitement et de contacter leur médecin s’ils observent les signes et symptômes d’une maladie du foie tels qu’une anorexie, un ictère, des urines foncées, un prurit ou une sensibilité de l’abdomen à la palpation (voir rubrique 4.8 : Effets indésirables).
De patiënten moeten aangeraden worden om met de behandeling te stoppen en contact op te nemen met hun arts als ze tekenen en symptomen van leveraandoening krijgen zoals anorexie, geelzucht, donkere urine, jeuk of pijnlijke buik (zie rubriek 4.8 Bijwerkingen).