Traduction de «infectées de cellules » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

phlyctène traumatique infectée de la main
geïnfecteerde traumatische blaar van hand

Hydrocèle infectée
geïnfecteerde hydrokèle

Dermite infectée
infectieus eczeem

Crête gingivale flottante Epulis (à):cellules géantes | fibreux | Granulome:gingival pyogène | périphérique à cellules géantes
epulis fibrosa | flabby ridge | perifeer reuscelgranuloom | pyogeen granuloom van gingiva | reuscel-epulis

Mélange de petites cellules encochées et de grandes cellules folliculaires
folliculair lymfoom, graad II

lymphome à grandes cellules B riche en cellules T/histiocytes
T-cel/histiocyt-rijk grootcellig B-cellymfoom

tumeur osseuse à cellules géantes
reuzenceltumor van bot

lymphome B diffus à grandes cellules positif au virus Epstein-Barr chez les personnes âgées
EBV-positieve DLBCL bij ouderen

poche de lavage des cellules sanguines
zak voor wassen van bloedcellen

carcinome du rein à cellules claires
clearcellcarcinoom van nier

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Activité antivirale in vitro : l’activité antivirale in vitro du lopinavir contre des isolats cliniques ou des souches virales de laboratoire a été testée respectivement sur des lignées sévèrement infectées de cellules lymphoblastiques et de lymphocytes circulants.
Antivirale activiteit in vitro: de antivirale activiteit in vitro van lopinavir tegen laboratorium- en klinische hiv-stammen werd geëvalueerd in respectievelijk acuut geïnfecteerde lymfoblastische cellijnen en perifere bloedlymfocyten.

Vu que les concentrations en ganciclovirtriphosphate dans les cellules non infectées sont 10 fois plus basses, la phosphorylation a lieu essentiellement dans les cellules infectées.
Gezien de concentraties ganciclovir-trifosfaat 10 keer lager zijn in de niet-besmette cellen, vindt de fosforylering voornamelijk plaats in de besmette cellen.

La zidovudine est phosphorylée en dérivé monophosphate aussi bien dans la cellule infectée que dans la cellule non-infectée par une thymidine kinase cellulaire.
Cellulaire thymidinekinase fosforyleren het zidovudine tot zijn monofosfaatderivaat, zowel in de geïnfecteerde als niet geïnfecteerde cel.

La concentration inhibitrice 50 % (IC 50 ) de l'amprénavir était comprise entre 0,012 et 0,08 µM pour les cellules infectées de façon aiguë et de 0,41 µM pour les cellules infectées de façon chronique (1 µM = 0,50 µg/ml).
De 50% inhibitieconcentratie (IC 50 ) van amprenavir varieerde van 0,012 tot 0,08 �M in acuut geïnfecteerde cellen en was 0,41 �M in chronisch geïnfecteerde cellen (1 �M = 0,50 �g/ml).

L’activité enzymatique de la neuraminidase virale est importante pour permettre à la fois au virus de pénétrer dans les cellules non infectées et pour libérer les particules virales nouvellement formées des cellules infectées et propager le virus dans l'organisme.
Virale neuraminidase enzymactiviteit is belangrijk voor zowel het binnendringen van het virus in nietgeïnfecteerde cellen als voor het vrijkomen van recent gevormde virusdeeltjes uit de geïnfecteerde cellen en voor de verdere verspreiding van infectieus virus in het lichaam.

Le métabolisme en ganciclovir triphosphate a été mis en évidence dans des cellules infectées par le HSV et le CMV, avec des demi-vies respectives de 18 heures et 6 à 24 heures, après élimination du ganciclovir extracellulaire. Comme la phosphorylation est largement dépendante de la kinase virale, la phosphorylation du ganciclovir se produit préférentiellement dans les cellules infectées par le virus.
Omzetting in ganciclovir trifosfaat werd aangetoond in met HSV en CMV besmette cellen, met een halfwaardetijd van resp. 18 uur en 6 tot 24 uur, na eliminatie van het

La neuraminidase virale contribue à la libération des particules virales nouvellement formées à partir des cellules infectées et peut faciliter l'accès du virus, à travers le mucus, à la surface des cellules épithéliales, permettant l'infection virale d'autres cellules.
Viraal neuraminidase draagt bij tot het vrijstellen van nieuw gevormde virusdeeltjes uit geïnfecteerde cellen, en kan de toegang van het virus doorheen de mucus tot de oppervlakte van de epitheelcellen vergemakkelijken waardoor nieuwe cellen door het virus kunnen worden geïnfecteerd.

Toutefois, les cellules progénitrices de la moelle osseuse peuvent être infectées in vitro par le HIV. Par conséquent, les cellules de la moelle osseuse d’un patient positif pour le HIV pourraient transmettre le virus (Patijn et al., 1993).
Beenmerg progenitorcellen kunnen echter in vitro geïnfecteerd worden met HIV. Daarom veronderstelt men dat beenmergcellen van een HIV positieve patiënt het virus kunnen overdragen (Patijn et al., 1993).

Des cellules infectées par un virus, fixées à l’acétone et immobilisées sur des lames de verre, sont mises en contact avec le sérum du patient.
Aceton gefixeerde viraal geïnfecteerde cellen, geïmmobiliseerd op glazen draagglaasjes, worden in contact gebracht met het serum van de patiënt.

De nombreux centres utilisent un test ELISA pour le dosage des Ag du VIH/Ac anti-HIV, Ag HBs, Ac anti-HBc, Ac anti-HBs, Ag HBe, Ac anti-HBe et Ac anti-HCV. La première génération de tests ELISA utilisait le lysat de cellules infectées par le virus comme Ag.
Voor HIV Ag/As, HBs Ag, anti-HBc As, anti-HBs As, HBe Ag, anti- HBe As, en anti-HCV As wordt in vele centra een ELISA gebruikt. In de eerste generatie-ELISA tests werd het lysaat van viraal geïnfecteerde cellen als antigeen gebruikt.