Quelques facteurs peuvent accroître le risque de thrombose veineuse, par ex. l’obésité sévère (‘Indice de masse corporelle’ > 30 kg/m²), l’âge avancé, une prédisposition génétique aux thromboses ou des antécédents familiaux de TEV idiopathique confirmée (où les antécédents familiaux concernent un frère, une sœur ou un parent ayant un âge relatif élevé, voir rubrique 4.3 contre-indications). De plus, le risque de TEV augmente temporairement en cas d’immobilisation prolongée, après une chirurgie majeure ou une op
ération des membres inférieurs ainsi qu’après un trauma majeur (voir : Situations nécessitant l’arrêt immédiat du traitement par
...[+++] CLAUDIA-35).Enkele factoren kunnen het risico op veneuze trombose verhogen, vb. e
rge obesitas (‘Body mass index’ > 30kg/m²) oudere leeftijd, een genetische voorbeschiktheid op klonters of een familiaal verleden met een bevestigde idiopatische VTE (waarbij familiale historiek verwijst naar een VTE bij broer of zus of ouder met een hoge relatieve leeftijd, zie rubriek 4.3 contraindicaties), Bijkomend is het risico op VTE tijdelijk verhoogd bij langdurige immobilisatie, na een ernstige heelkunde ingreep of een operatie aan de benen al
sook na een ernstig trauma (zie : Gevallen waa ...[+++]rin de behandeling met CLAUDIA-35 onmiddellijk gestaakt moet worden).