Etant donné que la zopiclone est métabolisée par le CYP 3A4, les taux plasmatiques de la zopiclone peuvent être augmentés en cas d'administration concomitante d'inhibiteurs du CYP 3A4 tels que l'érythromycine, la clarithromycine, le kétoconazole, l'itraconazole et le ritonavir.
Aangezien zopiclon gemetaboliseerd wordt door het CYP3A4, kunnen de plasmaconcentraties van zopiclon verhogen bij het gelijktijdig toedienen van inhibitoren van het CYP3A4 zoals erythromycine, clarithromycine, ketoconazol, itraconazol en ritonavir.